oefentoets H1: Pruiken & Revoluties

Een manier van regeren waarbij een vorst alle macht heeft. Welk begrip wordt hier bedoelt
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een manier van regeren waarbij een vorst alle macht heeft. Welk begrip wordt hier bedoelt

Slide 1 - Open vraag

Welk begrip: een periode waarin geleerden de samenleving wilden veranderen. Zij wilden dat mensen voor zichzelf gingen nadenken

Slide 2 - Open vraag

Welke groep vormde de eerste stand
A
edelen
B
burgers
C
boeren
D
geestelijken

Slide 3 - Quizvraag

Een periode van grote politieke veranderingen in Frankrijk van 1789-1799

Slide 4 - Open vraag

Noem een idee van de verlichting

Slide 5 - Open vraag

De derde stand in Frankrijk was het grootst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De standenmaatschappij zorgde in FR voor ongelijkheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In FR bestonden de standen al voor de tijd van pruiken en revoluties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wie vallen er onder de derde stand
A
Koning, prins
B
Arts, boer, timmerman
C
Monnik, Paus

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurde er eerder
1. De bestorming van de Bastille
2. Lodewijk de XVI wordt gedood
A
1
B
2

Slide 10 - Quizvraag

De koning van Pruisen en de Keizer van Oostenrijk wilde Lodewijk komen helpen in welk jaartal zou dit zijn geweest
A
1774
B
1791
C
1804
D
1815

Slide 11 - Quizvraag

In 1791 ondertekende Lodewijk XVI de.........
A
grondwet
B
Code Napoleon

Slide 12 - Quizvraag

Met het ondertekenen van de grondwet door de koning werd FR een republiek
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens de Terreur werd iedereen die ervan werd beschuldigd de revolutie te hebben tegengewerkt onder de Guillotine gelegd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekend liberte, egalite, fraternite

Slide 15 - Open vraag

De meeste Fransen vonden het heel erg dat Napoleon de macht greep in 1799
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Waartoe kroonde Napoleon zichzelf in 1804

Slide 17 - Open vraag

Staat dit in de Code Napoleon?
De dienstplicht werd ingevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Staat dit in de Code Napoleon?
Dat het volk een vorst mocht afzetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Napoleon verloor een groot deel van zijn leger in een oorlog tegen dit land
A
Pruisen
B
Italië
C
Rusland
D
Oostenrijk

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van:
Ondanks de ideeën over gelijkheid werd de slavernij door NL nog niet afgeschaft
A
verandering
B
continuïteit

Slide 21 - Quizvraag

Voorbeeld van:
Napoleon werd in 1815 definitief verslagen in de Slag bij Waterloo
A
Verandering
B
Continuïteit

Slide 22 - Quizvraag

Wat was de naam van NL in de tijd tussen 1806 en 1810
A
De Republiek
B
De Bataafse Republiek
C
Koninkrijk Holland
D
Provincie Keizerrijk FR

Slide 23 - Quizvraag

Moet onze koning Willem Alexander zich aan de wet houden?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag