V3 - H4 grammatica zinsdelen - congruentie en inversie

Welkom!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

congruentie en inversie

uitleg theorie: grammatica zinsdelen (blz. 130)

maken: opdracht 1 t/m 3 (blz. 131)


Slide 2 - Tekstslide

Deze antibiotica werkt niet bij mij.
A
Fout
B
Goed

Slide 3 - Quizvraag

Op de heuvel loopt een kudde bruine schapen rustig te grazen.
A
Fout
B
Goed

Slide 4 - Quizvraag

Hebben de politie te weinig personeel om kleine inbraken op te lossen?
A
Fout
B
Goed

Slide 5 - Quizvraag

Gisteren bezochten een klas bruggers de oude molen bij Windesheim.
A
Fout
B
Goed

Slide 6 - Quizvraag

Congruentie
Wat is dat? 
PV en O = zelfde getal (ev / mv) + zelfde persoon (1e, 2e 3e) 

*Ik zijn jarig. 
ik ben jarig of wij zijn jarig
Niet zo moeilijk
Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam?

Slide 7 - Tekstslide

lastige gevallen (1.)
Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de pv zich naar de kern. 

De groep betogers wandelde/wandelden van het Malieveld naar het Binnenhof. 
De groep = e.v.; er is één groep betogers. 

Slide 8 - Tekstslide

lastige gevallen (2.)
Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat, is de persoonsvorm enkelvoudig. 
De jeugd van tegenwoordig is zo gek nog niet.
De jeugd --> er is/zijn één jeugd (al bestaat die uit meerdere jongeren)
De bemanning --> Onze bemanning bestaat/bestaan uit mannen en vrouwen

Slide 9 - Tekstslide

lastige gevallen (3.)
In de constructie één van de (1) + meervoudig woord (2)+ die (3) volgt in een bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm

Één van de (1) Rotterdammers (2) die (3) naar Australië emigreerde/emigreerden, was mijn vader. 

Slide 10 - Tekstslide

lastige gevallen (4.)
Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm. 

Freedom writers is/zijn een bijzondere en aangrijpende film. 
Freedom writers = mv (writers). Maar het gaat om één film!

Slide 11 - Tekstslide

lastige gevallen (5.)
Na een rekeneenheid volgt een enkelvoudige persoonsvorm 

Rekeneenheid: liter, kilometer, procent, kilo, euro, joule, mol

Twee liter water is/zijn heel veel voor iemand die weinig drinkt.

Slide 12 - Tekstslide

Gisteren ... een klas bruggers De Kuip
A
bezocht
B
bezochten

Slide 13 - Quizvraag

Bijna tachtig procent van de Nederlanders ... zich gelukkig.
A
noemt
B
noemen

Slide 14 - Quizvraag

Een aantal leerlingen ... altijd te laat.
A
komt
B
komen

Slide 15 - Quizvraag

Wist jij dat deze groep anti-vaxers voor veel rellen tegen het corona-beleid verantwoordelijk ... ?
A
is
B
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Inversie
De meeste zinnen hebben een zgn. OPA-constructie:
onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel
Ik loop elke dag een rondje in het Vroesenpark. 

Tijdens Nieuwjaar schenken veel cafés alcohol aan minderjarigen. 
bwb - persoonsvorm - onderwerp - lv - mv
inversie =
woordvolgorde waarbij het ow na de pv komt


Slide 17 - Tekstslide

Inversie
In veel zinnen staat het onderwerp op de eerste plaats in de zin, vóór de persoonsvorm: (OP)
– Iedereen (ow) / verlangt (pv) / naar het einde van de lockdown.
Als in een zin het onderwerp achter de persoonsvorm staat, heet dat inversie (PO). Op de eerste plaats van de zin staat dan de persoonsvorm of een ander zinsdeel:
– Naar het einde van de lockdown / verlangt (pv) / iedereen (ow).

Slide 18 - Tekstslide

Inversie of niet?
Op zondag maken mijn ouders een rondje in de cabrio.
A
Inversie
B
Geen inversie

Slide 19 - Quizvraag

Wie heeft Xavier die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven?
A
inversie
B
geen inversie
C
niet te bepalen

Slide 20 - Quizvraag

De finale van Wie is de mol ga ik zeker kijken.
A
Geen inversie
B
Inversie

Slide 21 - Quizvraag

Tegenwoordig ... op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop.
A
is
B
zijn

Slide 22 - Quizvraag

Check jezelf!
Kijk nu nogmaals goed naar je gemaakte werk, snap je het nu beter?
Verbeter je fouten.

Slide 23 - Tekstslide