3.2 deel 2

Today
Recap last lesson
Watching skills
New grammar: Future (will)
Independent work
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today
Recap last lesson
Watching skills
New grammar: Future (will)
Independent work

Slide 1 - Tekstslide

5

Slide 2 - Video

00:38
Welke slechte invloeden heeft het gebruik van tablets en smartphones op baby’s en peuters volgens een eerder onderzoek?

Slide 3 - Open vraag

01:09
Waarom zijn de resultaten van het onderzoek naar de invloeden van tablets en smartphones op baby’s en peuters nog moeilijk te zeggen?
A
Het is te vroeg om al conclusies te trekken
B
We weten zelf nog niet eens hoe de apparaten werken
C
De apparaten worden pas korte tijd gebruikt
D
De resultaten van onderzoeken verschillen nog te veel

Slide 4 - Quizvraag

03:34
Ze onderzoeken 2 groepen; 3 baby’s die tablets en smartphones gebruiken en 3 baby’s die dat niet doen. Wat is de eerste test? Beschrijf deze test in je eigen woorden, gebruik hele zinnen in je antwoord.

Slide 5 - Open vraag

05:04
Wat is het verschil tussen de ‘tech users’ en de ‘non tech users’ bij de 2e test?
A
De non tech users houden de stift beter vast
B
De tech users kunnen beter tekenen
C
De non-tech users hebben een fijnere motoriek
D
De tech users hebben een fijnere motoriek

Slide 6 - Quizvraag

07:06
Wat is de uitkomst van de laatste test?
A
De tech users zijn beter in bouwen
B
De tech users hebben een vergevorderde motoriek
C
De groep is te klein om een conclusie te trekken
D
De non tech users zijn minder technisch begaafd

Slide 7 - Quizvraag

I will see you later.
She will help him tomorrow.
They will be home later.

Slide 8 - Tekstslide

The Future: will / shall + hele werkwoord: gebruik
Wanneer gebruik je The Future: will / shall + hele werkwoord
Je gebruikt The Future: will / shall + hele werkwoord bij simpele verwijzingen naar de toekomst of wanneer iets spontaan wordt besloten (zonder dat het is gepland of vastgelegd). 


I will pick it up tomorrow. 
I will carry the bag for you!

Slide 9 - Tekstslide

The Future: will / shall + hele werkwoord: 
 bevestigend vorm(+)
Hoe ziet de The Future: will / shall + hele werkwoord eruit ? 
Will / shall + hele werkwoord


I
will/ 'll help you with that.
shall/ 'll help you with that.
He/She/It/
You/ They
will/ 'll help you with that.
We
will/ 'll help you with that. 
shall/ 'll help you with that. 
Bij I en We kun je zowel will als shall gebruiken bij bevestigende en ontkennende zinnen.

Slide 10 - Tekstslide

The Future: will / shall + hele werkwoord: ontkennend vorm (-)
I
I will not / won't help you with that?
I shall not / shan't help you with that.
He/She/It/
You/They
He/She/It/You/They will not / won't help you with that?
We
We will not / won't help you with that?
We shall not / shan't help you with that. 
--> Bij ontkennende zinnen zet je not achter will, of maak je er won't van.
--> Bij I  en we zet je not achter shall, of maak je er shan't van. 

Slide 11 - Tekstslide

The Future: will / shall + hele werkwoord: 
vragend vorm (?)
I
Shall help you with that?
He/she/it/ you/they 
Will he/she/it/you/they help you with that?
We
Shall we help you with that? 
--> Bij vraagzinnen zet je will of shall vooraan de zin.
Let op! Bij vraagzinnen met I of we moet je shall gebruiken!

Slide 12 - Tekstslide


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you your money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 13 - Sleepvraag

Future: will/shall + hele werkwoord
She __________ her friends with their homework. (to help)
A
is helping
B
helps
C
shall help
D
will help

Slide 14 - Quizvraag

______ we _____ some ice cream?
(to eat - Future/will)
A
Will we eating
B
Shall we eat
C
Will we eat
D
Shall we eating

Slide 15 - Quizvraag

Future/will + hele werkwoord
The train _______ (arrive) at 11 p.m.

Slide 16 - Open vraag

A: I'm cold.B: I
........(turn on) the fire.

Slide 17 - Open vraag

Future/will
When ......
(you/get) back?

Slide 18 - Open vraag

Independent work
3.2 ex. 5, 6, 7, 8
Homework for Friday
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

If you lose your job, what ......
(you/do)?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Did you know?
India is the land of many people, languages and religions. India has been independent since 1947, after being part of the British empire for 90 years. English is still an important language in India. Another thing that remained in India after the British rule, is cricket. Indians love cricket! Did you know that India has the highest cricket ground in the world? It lies at 2.444 meters altitude in Himachal Pradesh.

Slide 22 - Tekstslide

In which continent is India located?
A
Europe
B
Asia
C
America
D
South America

Slide 23 - Quizvraag

What is the capital of India?
A
Mumbai
B
Calcutta
C
New Delhi
D
Jaipur

Slide 24 - Quizvraag

Whose colony was India?
A
The Netherlands
B
France
C
America
D
England

Slide 25 - Quizvraag

Who discovered India?
A
Christoffer Columbus
B
Michiel de Ruyter
C
Vasco da Gama
D
Abel Tasman

Slide 26 - Quizvraag

What's the currency in India?
A
Euro
B
Dollar
C
Rupee
D
Pound

Slide 27 - Quizvraag

What is India's national fruit?
A
Apple
B
Mango
C
Orange
D
Peach

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Why is Bollywood called Bollywood?
A
Because the quality is not A but B
B
After a city called Bollywood
C
No particular reason
D
After the city of Bombay

Slide 30 - Quizvraag

What is the name of the city right now Bollywood was named after?
A
Bombay
B
Mumbai
C
New Dehli
D
Bangalore

Slide 31 - Quizvraag

What kind of films does Bollywood produce?
A
Mostly dramas
B
Mostly historical documentaries
C
Mostly Indian heritage films
D
Mostly musicals

Slide 32 - Quizvraag