,

WRE 1TC - Cursus Formuleren - Zinnen correct begrenzen

Welkom 1TC!
Nederlandse les - 22 november 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Inloggen LessonUp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1TC!
Nederlandse les - 22 november 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Planning komende periode
  • Beginnen aan Cursus 6 - Formuleren
  • Voegwoorden en leestekens
  • Samen oefenen met nieuwe leerstof
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Tot aan de kerstvakantie
Nieuw onderdeel:
Cursus Formuleren: voegwoorden, leestekens, tekstverbanden, verwijswoorden en trappen van vergelijking
Fictieopdracht
Opdracht met leesboek leesuur


De planning

Slide 3 - Tekstslide

Formuleren


for·mu·le·ren (formuleerde, heeft geformuleerd)

1. onder woorden brengen

bron: vandale.nl 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar het vak, die volgens jou bij Formuleren horen.
woordenschat
verwijswoorden
Trappen van vergelijking
zinsontleding
zinsverbanden
Goede zinnen maken.

Slide 5 - Sleepvraag

Lesdoel
Ik kan  voegwoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen. 

Slide 6 - Tekstslide

Een tekst bestaat uit zinnen. Om deze zinnen goed leesbaar te maken, gebruik je voegwoorden.

Voorbeelden: als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra.
Amy versiert de woonkamer, want haar broer is morgen jarig.
Omdat haar broer morgen jarig is, versiert Amy de woonkamer.
Voegwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord past er op de puntjes? Zet de antwoorden in je schrift.

  1. Een dagje Efteling met z’n allen kan leuk zijn, … het is wel een aanslag op je budget.
  2. … je verhaal gaat halen bij de conciërge, moet je je afvragen of je wel gelijk hebt.
  3. Niek lijkt totaal niet op zijn broer, … die heeft donkere krullen en Niek is blond.
  4. … je trek hebt, mag je wel iets lekkers pakken uit de koelkast.
  5. Iris kwam doodmoe terug van de hockeytraining, … ze ging vroeg naar bed.
Opdracht
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Wat:
Maak opdracht 2 op bladzijde 230
Hoe:
Zelfstandig. Je kunt je antwoorden in je boek schrijven.
Hulp:
Theorie op blz. 230
Tijd:
5 minuten
Klaar:
Werk alvast verder aan opdracht 3 en 6

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Wat:
Maak opdracht 3 en 6 op bladzijde 231.
Hoe:
Zelfstandig. Je kunt je antwoorden in je boek en schrift schrijven.
Hulp:
Theorie op blz. 230
Tijd:
Tot de laatste 5 minuten van de les.
Klaar:
Oefen in de online trainer verder met §1

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen checken
Ik kan voegwoorden en leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 13 - Quizvraag

In de zin zijn leestekens vergeten of staan leestekens op de verkeerde plek. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

ik hou niet van appeltaart want die is zo zoet

Slide 14 - Open vraag