H4.dutl 23. Oktober

H4.dutl 23. Oktober
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Other languagesSecondary EducationAge 13

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4.dutl 23. Oktober

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Anwesenheit
so anschauen und Berichtigung
Kapitel 1, was wiederholen wir? Wir schreiben vorab einen kleinen Test.



Slide 2 - Tekstslide

Anwesenheit

Slide 3 - Tekstslide

Berichtigung

Slide 4 - Tekstslide

übersetze
1. Ze doet mij aan mijn beste vriendin denken, want zij draagt ook een bril en heeft steil haar.
2. Ze is boos op hem, omdat hij niet open staat voor andere culturen.
3. Hij heeft vlinders in zijn buik en kan het zich niet voorstellen zijn vriendin een week niet te zien.
4. Ik pas mij snel aan nieuwe omgevingen en situaties aan en heb bovendien altijd een goed humeur.
5. Ik ben er zeker van dat die jongen stapelverliefd is en elke dag aan zijn schatje denkt.




Slide 5 - Tekstslide

Kapitel 4
Oefentoets (nur Grammatik)

Nachher werden wir schauen, was noch extra geübt wird.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Heute
Anwesenheit
übersetzen
oefentoets grammatica
welk onderdeel wil je nog oefenen?

Slide 8 - Tekstslide

Anwesenheit

Slide 9 - Tekstslide

Übersetze
Deze vrouw is mijn voorbeeld. Ze komt sympathiek over en ze heeft altijd een goed humeur.

Slide 10 - Tekstslide

Oefentoets
Je maakt nu een oefentoets. Je mag niet overleggen!
1. Maak zoveel mogelijk opdrachten zonder hulp;
2. Maak de opdrachten die je niet kunt maken zonder hulp; met je boek.
3. Controleer de opdrachten die je zonder hulp hebt gemaakt nog een keer met de theorie.
Aan het einde van de les aangeven waar extra uitleg nodig is.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Heute
Anwesenheit
übersetzen
Grammatik
üben Grammatik

Slide 13 - Tekstslide

Mij wordt vaak gezegd dat ik erg grappig ben en daarom erg geschikt voor deze rol.

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken oefentoets
verbeter je antwoorden

Slide 15 - Tekstslide

extra oefening haben, sein, werden
Tip! denk aan het Nederlands. Meestal neem je dezelfde werkwoorden. 


Slide 16 - Tekstslide

extra oefenen online!
Als je de rijtjes nog niet zo goed kent, zorg je ervoor dat je oefent met boek OF dat je eerst de rijtjes kent.

Je zou deze rijtjes ook in WRTS kunnen zetten. 

Slide 17 - Tekstslide