Deelopdracht G Suicidaliteit in de GGZ

Deelopdracht G
Suïcidaliteit in de GGZ
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deelopdracht G
Suïcidaliteit in de GGZ

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij suïcide?

Slide 2 - Woordweb

Suïcidaliteit
Onder suïcidaliteit verstaan we het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden. De term ‘gedrag’ in ‘suïcidaal gedrag’ verwijst zowel naar de handelingen als naar de gedachten.

Slide 3 - Tekstslide

Suïcide en suïcidaal gedrag
Suïcide, zelfmoord of zelfdoding is een handeling met een dodelijke afloop
Een suïcidepoging of wel TS (tentamen suïcide) is een handeling zonder dodelijke afloop.

Suïcide- of zelfmoordgedachten zijn alle mentale processen die gericht zijn op het uitvoeren van een handeling om zichzelf te doden of zichzelf te beschadigen (bv suïcidale verlangens, wensen om er niet meer te zijn, fantasieën over een suïcide plan)


Slide 4 - Tekstslide

Balanssuïcide
Een geslaagde suïcide kan ook voorkomen bij zorgvragers die de balans van hun leven hebben opgemaakt en bij hun volle bewustzijn een plan maken om zich te suïcideren en dit ook uitvoeren. Juist op het moment dat deze zorgvragers zich realiseren hoe hun leven wordt geleefd door de psychiatrische problematiek, slaat de wanhoop en de uitzichtloosheid toe.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel mensen overlijden er per dag door suïcide?

Slide 6 - Open vraag

Er zijn meer mannen die suïcide plegen dan vrouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar
In 2020 overleden 1.229 mannen tegenover 596 vrouwen door zelfdoding.

Slide 8 - Tekstslide

Omgaan met een zorgvrager die suïcidale gedachten heeft
  • Contact maken is de kern.
  • Het gedrag word erkend, hij/zij moet zich gesteund ,       gehoord voelen en er moet open over gepraat worden.
  • Empathie en een sfeer van vertrouwen.
  • Professionals moeten door durven vragen.

Slide 9 - Tekstslide

De wet over hulp bij zelfdoding
Er is volgens de wet sprake van hulp bij zelfdoding wanneer de arts een ander opzettelijk behulpzaam is bij zelfdoding of hem de middelen daartoe verschaft. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hulp bij zelfdoding en euthanasie.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2
Maak opdracht 2 van deelopdracht G, verdieping. Dit doe je met je groepje. Hier krijg je 30 minuten de tijd voor.

Slide 11 - Tekstslide

Wat vonden jullie van de opdracht?

Slide 12 - Woordweb

Hoe denk jij als hulpverlener om te gaan met suïcide?

Slide 13 - Woordweb

Hulp
Huisarts
 Bel 113 of bel gratis 0800-0113

Vertrouwenspersonen school:
Martin Westerink: mwesterink@rocvantwente.nl
Sabine van Winsen: svanwinsen@rocvantwente.nl



Slide 14 - Tekstslide