4.6 oefenen toets

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ook wel een andere benaming voor de tijd van monniken en ridders?
A
De hoge middeleeuwen
B
De late middeleeuwen
C
De vroege middeleeuwen
D
De eerste middeleeuwen

Slide 2 - Quizvraag

De vroege middeleeuwen loopt van
A
500 - 1500
B
1000 - 1500
C
500 - 1000

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je niet christenen in de vroege Middeleeuwen?
A
Ridders
B
Heidenen

Slide 4 - Quizvraag

Karel de Grote leefde in de tijd van
A
de Prehistorie
B
de Oudheid
C
de Vroege Middeleeuwen
D
de Late Middeleeuwen

Slide 5 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Karel de Kale
B
Karel de Kleine
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 6 - Quizvraag

Karel de Grote was een ... koning
A
Frankische
B
Saksische
C
Germaanse

Slide 7 - Quizvraag

Karel de Grote was een .....
A
Leenman
B
Leenheer

Slide 8 - Quizvraag

De middeleeuwen beginnen rond het jaar …a… De tijd van monniken en ridders ligt tussen 500 en …b… Willibrord en Bonifatius stichtten in de zevende en achtste eeuw …c… in wat nu Duitsland is. Zij wilden de mensen in onze streken bekeren tot het …d…
Vraag 3: Zet de woorden op de juiste plek
christendom
klooster
1000
500

Slide 9 - Sleepvraag

Na de tijd van de Romeinen was er veel veranderd. Europa was eigenlijk achteruit gegaan.
Wat hoort er bij de Romeinen en wat hoort er bij de Middeleeuwen?

Romeinen
Middeleeuwen
Landbouwstedelijke samenleving
Landbouwsamenleving
Steden
Dorpen
Geld
Ruilen
Handel met verre gebieden
zorgen voor eigen eten.

Slide 10 - Sleepvraag

Maak de goede combinaties
Vertelde hoe je in de hemel kon komen.
Vermoord bij Dokkum.

Huis voor nonnen of paters.

Vereerder van stenen, heilige bomen en bronnen.

Hoogste leider van de kerk.
Paus
Bonifatius
kloosters
Heiden
Geestelijken

Slide 11 - Sleepvraag

Welke omschrijving past bij het begrip standen.

A
Groot gebouw met vaak veel land eromheen.
B
Man die een deel van zijn gebied door iemand anders laat besturen
C
De drie groepen van de samenleving in de vroege Middeleeuwen.
D
iemand die in dienst is van de kerk.

Slide 12 - Quizvraag

Eerste stand

Tweede stand
Derde stand
Geestelijken

Adel
Boeren

Slide 13 - Sleepvraag

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.

Slide 14 - Quizvraag

Waar komen de Vikingen vandaan?
A
Groenland
B
Canada
C
Scandinavië
D
IJsland

Slide 15 - Quizvraag

Waar zijn de Vikingen niet geweest?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Noord-Amerika
D
Zuid-Afrika

Slide 16 - Quizvraag


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 17 - Quizvraag


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 18 - Quizvraag

De Vikingen gingen vaak op rooftocht. Ze plunderden en moordden. Maar waarom?
A
Omdat het veel sneller ging dan handelen.
B
Door te plunderen hadden ze meteen de spullen die ze wilden hebben.
C
Plunderen is gewoon leuker dan handelen.
D
Omdat ze dachten dat ze in de hemel zouden komen als ze dapper strijden.

Slide 19 - Quizvraag

Welke stand zie je op de afbeelding
A
geestelijken
B
adel
C
boeren
D
ridders

Slide 20 - Quizvraag

Naar welke plaats vlucht Mohammed?
timer
0:15
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 21 - Quizvraag

welk jaar ging MOhammed terug naar Mekka?
A
632
B
687
C
622
D
634

Slide 22 - Quizvraag


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 23 - Quizvraag