Les 3 Diervoeding 2025-2026

Les 3: Diervoeding

1 / 31

Slide 1: Tekstslide

GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Les 3: Diervoeding

Slide 1 - Tekstslide

Programma

Theorie
Specifieke diersoorten en hun voeding
Soorten voedermiddelen
Opdrachten op magister.learn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Theorie magister

3.1 Voer gezelschapsdieren

Theorie Voer

Lezen - vragen maken - test jezelf

Slide 7 - Tekstslide

Specifieke diersoorten

Honden, katten en fretten
Konijnen en knaagdieren
Vogels
Reptielen, amfibiën en vissen
Productiedieren

Hierna: Wat heb je nog onthouden uit de theorie van deze diergroepen?

Slide 8 - Tekstslide

Honden, katten en fretten

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Konijnen en knaagdieren

Slide 11 - Woordweb

Hoeveel voortanden heeft een konijn?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord: 6!

Slide 14 - Tekstslide

Vogels

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Reptielen, amfibieën en vissen

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

Opdracht

Bekijk de voedseldieren die de docent heeft meegebracht. Zoek op internet de naam van deze soort en aan welke dieren je ze kunt voeren.

Maak de bakjes niet open! Ze leven nog!

Slide 19 - Tekstslide

Productiedieren

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

Wat wordt hier uitgebeeld?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Opdrachten

Praktijkopdracht 2: Rantsoen bepalen (cavia, hamster, chinchilla)

Praktijkopdracht 2: Voerkaart maken (6 soorten voer)

Praktijkopdracht 1a: Kunstmelk maken voor lammeren

We verdelen de klas in 2 groepen. Na iedere opdracht draaien we door.

Slide 25 - Tekstslide

Theorie voedingswaardes veehouderij

Slide 26 - Tekstslide

VEM = staat voor Voeder Eenheid Melk. Het geeft de energie inhoud van een stof aan voor melkgevende koeien/schapen/geiten.

DVE = staat voor Darm Verteerbaar Eiwit. DVE is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm

AS = Anorganische Stof in het ruwvoer. (denk aan zand en steentjes.) Dit heeft invloed op de ruwvoerkwaliteit.

Slide 27 - Tekstslide

Waaruit bestaat
AS (= Anorganische Stof)

Droge Stof en Organische Stof

Ruwe Celstof

Mineralen en grond

Ruw Eiwit en Ruw Vet

Slide 28 - Quizvraag

Welke van deze componeten behoren tot Organische Stof?

Ruw Vet Ruw Eiwit

Koolhydraten

Water

Mineralen

Slide 29 - Quizvraag

wat wil je liever een hoog op een laag gehalte aan "Ruw as"
in een graskuil.

Graag hoog! Dan heb je meer energie in je graskuil

Gemiddeld van alles een beetje

Zo laag mogelijk je kwaliteit gaat achteruit

Geen idee

Slide 30 - Quizvraag

Rantsoen kosten berekenen

Praktijkopdracht Kosten van een pony berekenen.

zie opdracht magister.learn

Slide 31 - Tekstslide