Grammatica zinsdelen H4 LV en H5 MV

Grammatica 4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 4

Slide 1 - Tekstslide

Eind van de les weet je:
Je weet aan het eind van de les:
1) Wat een lijdend vw. is en hoe je het herkent in de zin.
2) Wat een meewerkend vw. is en hoe je het vindt in de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Kijk naar het volgende filmpje
Hoe vind je een lijdend voorwerp?
Hoe vind je een meewerkend voorwerp?
Wat zegt het filmpje hierover?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stappenplan



Welke stappen moet je nemen om het lijdend voorwerp in een zin te kunnen vinden?

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting: lijdend voorwerp:
  • Vraag Wie/Wat + ow+ wwg = lijdend voorwerp
  • Het is een zinsdeel waarmee iets gebeurt. Het doet zelf niks
  • Als er een voorzetsel voor een zinsdeel staat, is het nooit een lijdend voorwerp

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde zinsdelen zoeken
1) zoek alle werkwoorden = wwg
2) zoek onderwerp
3) zoek lijdend voorwerp
4) zoek meewerkend voorwerp

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Samenvatting: Meewerkend voorwerp

  • Is meestal een persoon, soms een ding.
  • Je zoekt eerst pv/wwg - ow - lv en dan mw. vw.
  • Vraag: aan wie/wat + ow + wwg + lv
  • OF: voor wie/wat + ow + wwg + lv


Slide 9 - Tekstslide

Oefen met zinsdelen
Op de volgende drie slides zien jullie plaatjes staan met daaronder een opdracht. 
Maak bij elk plaatje een zin waarin
de zinsdelen die onder het plaatje
staan, te vinden zijn.
Kijk de zin van elkaar na. Staan alle
gevraagde zinsdelen erin?


Slide 10 - Tekstslide

1

Slide 11 - Tekstslide

2

Slide 12 - Tekstslide

3

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen met mw.vw.
  • Op de volgende slide staat een filmpje.
  • Als je dat aanzet, zie je allerlei zinnen waaruit je het meewerkend voorwerp moet ophalen.
  • Elke keer verschijnt er een zin.
  • Druk nadat je de hele zin ziet meteen op de pauzeknop.
  • Daarna kun je zelf bepalen wat het mw. vw. in die zin is.
  • Druk op play en je ziet het antwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag!
Paragraaf 9 blz.221 opdracht 2, 5 samen maken!

Slide 16 - Tekstslide