Verzet imperialisme en dekolonisatie

Verzet imperialisme en dekolonisatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Verzet imperialisme en dekolonisatie

Slide 1 - Tekstslide

Imperialisme
In de 19e eeuw breidt Nederland zijn gezag in de koloniën uit. Dit noemen we imperialisme. Eerst nog een paar vragen over het imperialisme om ervoor te zorgen dat hier alle kennis van is.
Op de volgende pagina een filmpje over dit modern imperialisme.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk land had in de negentiende eeuw de meeste koloniën?
A
Engeland
B
Spanje
C
Portugal
D
Frankrijk

Slide 4 - Quizvraag



Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.

Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker

Slide 5 - Quizvraag



Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.

Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht

Slide 6 - Quizvraag



De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.

De stelling is:
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Groep theepluksters op Sumatra. Foto gemaakt rond 1910.

Welk antwoord is juist?
A
Deze vrouwen zijn slaven, ze krijgen niet betaald voor hun werk.
B
Deze vrouwen doen herendiensten, hiervoor krijgen ze niet betaald.
C
Deze vrouwen krijgen betaald voor hun werk.

Slide 8 - Quizvraag



Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren

Slide 9 - Quizvraag



Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen.
Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen

Slide 10 - Quizvraag



Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.

Slide 11 - Quizvraag



Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd

Slide 12 - Quizvraag



Na de afschaffing van het Cultuurstelsel kwamen er meer particuliere ondernemingen in Indonesië. Op deze ondernemingen ontstond een tekort aan arbeidskrachten.
Op welke wijze werd dat tekort aan arbeidskrachten opgelost?
A
Door het aannemen van blanke Europeanen
B
Door het inhuren van contractarbeiders
C
Door het kopen van slaven

Slide 13 - Quizvraag



Rond 1870 vestigden steeds meer zelfstandige ondernemers zich in Indonesië.

Zij hielden zich vooral bezig met:
A
landbouw en industrie
B
landbouw en mijnbouw
C
mijnbouw en industrie

Slide 14 - Quizvraag


Nederland wilde vanaf 1870 in steeds meer gebieden in Indonesië de macht hebben.
Is de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?

Er kwam oorlog met een aantal inheemse vorsten.


A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Verzet imperialisme
De volgende vragen gaan over de start van het verzet tegen het imperialisme in Indonesië. 

Slide 16 - Tekstslide



Na 1870 kreeg Nederland meer macht in Indonesië.

Met welk gevolg kreeg Nederland al snel te maken?
A
Er werd meer gevochten tussen Indonesiërs onderling.
B
Er werd minder vaak gevochten tussen Nederlanders en Indonesiërs.
C
Het verzet van de Indonesiërs tegen de Nederlanders nam toe.

Slide 17 - Quizvraag



Vanaf ongeveer 1900 vonden veel Nederlanders dat Nederland niet alleen moest verdienen aan Indonesië. Nederland moest het land ook helpen met bijvoorbeeld onderwijs en ziekenzorg.

Onder welke naam staan deze plannen bekend?
A
batig slot
B
ethische politiek
C
kolonisatie

Slide 18 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste doel van Soekarno?
A
Hij wilde de armoede van de Indonesische bevolking aanpakken.
B
Hij wilde dat de Koningin ook na de onafhankelijkheid Koningin overIndonesië bleef.
C
Hij wilde dat Nederlands-Indië onafhankelijk werd.
D
Hij wilde samenwerking tussen de PNI en Nederland.

Slide 19 - Quizvraag

Een stelling: het nationalisme van Soekarno en Hatta was een onbedoeld gevolg van de ethische politiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Dekolonisatie
Deze vragen gaan over de dekolonisatie van Indonesië en de onafhankelijkheidsoorlog.  
Op de volgende slide is een filmpje die hier nog wat uitleg bij geeft. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video



Tussen 1900 en 1945 groeide het nationalisme in Indonesië.

Welke oorzaak voor de groei van het nationalisme is juist:
A
de invoering van de Ethische Politiek
B
de Nederlandse belofte van onafhankelijkheid
C
de toename van de Indonesische bevolking

Slide 23 - Quizvraag

Wat past bij het affiche in de bron
A
In 1945 door Nederland gemaakt.
B
In 1945 door Indonesië gemaakt.
C
In 1949 door Indonesië gemaakt.
D
In 1949 door Nederland gemaakt.

Slide 24 - Quizvraag


Waarom vond Nederland dat het orde en rust in Nederlands-Indië met geweld mocht handhaven?

A
Nederland wilde laten zien dat het bij de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog hoorde.
B
Nederland had voor de Tweede Wereldoorlog de macht in Indonesië gehad.
C
Nederland had de steun van de Verenigde Naties gekregen.
D
Soekarno had zich ontwikkeld tot dictator.

Slide 25 - Quizvraag

Waarom verliep de dekolonisatie van Brits-Indie makkelijker dan die van
Nederlands-Indië?

A
De Britse koning George VI bemoeide zich nadrukkelijk met de dekolonisatie van Brits-Indië. De Nederlandse koningin Wilhelmina deed dat niet.
B
De Britse regering accepteerde het onafhankelijkheidsstreven van de mensen in Brits-Indië. De Nederlandse regering wilde Nederlands-Indië behouden als kolonie.
C
De inwoners van Brits-Indië waren het eens over de te volgen koers na de onafhankelijkheid. In Indonesië dreigde een burgeroorlog.
D
Groot-Brittannië wilde de banden met de nieuwe landen behouden door het oprichten van de Britse Gemenebest. Indonesië wilde geen lid worden van de BritseGemenebest.

Slide 26 - Quizvraag

Waarom werkte Engeland mee bij de dekolonisatie?
A
De kolonies leverden steeds minder geld op.
B
Engeland werd door de Verenigde Naties gedwongen haar kolonies op te geven.
C
Engeland was bang voor een gewapende opstand.
D
Engeland had een hekel gekregen aan de inwoners van de kolonies.

Slide 27 - Quizvraag

Veel ex-koloniën hadden na de onafhankelijkheid grote moeite om zichzelf te besturen. Wat is de belangrijkste oorzaak? Noteer alleen de letter.

A
De ex-koloniën waren helemaal leeggeplunderd door de Europeanen.
B
Het leger van de ex-kolonie was vaak zwak en viel ten prooi aan buitenlandse overvallen.
C
Iedereen die goed opgeleid was vertrok naar Europa of de Verenigde Staten.
D
In veel landen was nauwelijks of geen ervaring met democratie.

Slide 28 - Quizvraag

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, woonden en werkten veel Nederlanders in Nederlands-Indië. Met welke gevolg van de oorlog kregen zij te maken?
A
De Chinese bezetters deporteerden Nederlanders naar kampen in China.
B
De heersende Partai Nasional Indonesia zette alle Nederlanders het land uit.
C
Krijgsgevangenen moesten dwangarbeid verrichten aan een spoorweg in Birma.
D
Nederlandse mannen moesten in naam van de bezetter met harde hand de orde handhaven op de verschillende eilanden.

Slide 29 - Quizvraag