Woordenschat H5

Les Woordenschat H5
  • Neem blz. 128 voor je.
  • Tijdens deze les ga je aan de slag met de oefeningen van Woordenschat.
  • Zorg ervoor dat je de les OP TIJD afrondt.
  • Succes! :) 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les Woordenschat H5
  • Neem blz. 128 voor je.
  • Tijdens deze les ga je aan de slag met de oefeningen van Woordenschat.
  • Zorg ervoor dat je de les OP TIJD afrondt.
  • Succes! :) 

Slide 1 - Tekstslide

Noteer hieronder jouw antwoorden van opdr. 7 op blz. 128

Slide 2 - Open vraag

Let op!
Een voorvoegsel is een woorddeel dat je vóór een woord plakt. Bekende voorbeelden zijn: on-, ont-, her-

Een achtervoegsel plak je achter een woord.

Door voor- en achtervoegsels verandert de betekenis van een woord.

Slide 3 - Tekstslide

Vergelijk aardig met onaardig.
Met het voorvoegsel on- maak je een:
A
tegenstelling
B
vrouwelijk woord
C
synoniem

Slide 4 - Quizvraag

let op!
  • ont- betekent 'weghalen van' of beginnen te:
          Voorbeeld: ontbossen = weghalen van bossen.

  • her- betekent 'opnieuw'.
           Voorbeeld: herexamen doen =  opnieuw examen doen.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer hieronder ALLE antwoorden van opdr. 8A (blz. 129)

Slide 6 - Open vraag

Noteer hieronder ALLE antwoorden van opdr. 8B (t/m vraag 12)

Slide 7 - Open vraag

Probeer zo duidelijk mogelijk te omschrijven wat het voorvoegsel 'on-' betekent:

Slide 8 - Open vraag

Probeer zo duidelijk mogelijk te omschrijven wat het voorvoegsel 'ont- betekent:

Slide 9 - Open vraag

Probeer zo duidelijk mogelijk te omschrijven wat het voorvoegsel 'her' betekent:

Slide 10 - Open vraag

omgedraaid zijn als een blad aan een boom betekent:
A
heel ouderwets
B
weer beginnen over onaangename dingen van vroeger.
C
er komt meestal vanzelf wel een oplossing.
D
zich opeens heel anders gedragen dan daarvoor.

Slide 11 - Quizvraag

uit het jaar nul
A
heel ouderwets
B
als je ouder wordt, word je ook wijzer.
C
Na iets naars komt er weer iets fijns.
D
heel oud

Slide 12 - Quizvraag

'Het verstand komt met de jaren' betekent:
A
Wat nieuw lijkt, was er vroeger ook al.
B
weer beginnen over onaangename dingen van vroeger.
C
Als je ouder wordt, word je ook wijzer.
D
Er komt meestal vanzelf wel een oplossing.

Slide 13 - Quizvraag

'Er is niets nieuws onder de zon.' betekent:
A
Na iets naars komt er weer iets fijn.
B
Zich opeens heel anders gedragen dan daarvoor.
C
Voor een groot werk heb je veel tijd en geduld nodig.
D
Wat nieuw lijkt, was er vroeger ook al.

Slide 14 - Quizvraag

'oude koeien uit de sloot halen' betekent:
A
Als je ouder wordt, word je ook wijzer.
B
heel oud
C
weer beginnen over onaangename dingen van vroeger
D
Er komt meestal vanzelf wel een oplossing.

Slide 15 - Quizvraag

Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd.
A
Voor een groot werk heb je tijd en geduld nodig.
B
Er komt meestal vanzelf een oplossing.
C
Na iets naars komt weer iets fijns.
D
Wat nieuw lijkt, was er vroeger ook al.

Slide 16 - Quizvraag

zo oud als de weg naar Rome
A
Wat nieuw lijkt, was er vroeger ook al.
B
zorgen dat iets snel vergeten wordt
C
Als je ouder wordt, word je ook wijzer.
D
heel oud

Slide 17 - Quizvraag

iets in de doofpot stoppen
A
zorgen dat iets snel vergeten wordt
B
weer beginnen over dingen van vroeger
C
niet meer willen eten
D
de hond in de pot vinden

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide