4.1 Verzeker je dat

Hoofdstuk 4 Kies je voor zekerheid?
Paragraaf 4.1 : Verzeker je dat?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Kies je voor zekerheid?
Paragraaf 4.1 : Verzeker je dat?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • wanneer het zinvol is iets te verzekeren
  • een verzekeringspremie op te zoeken of te berekenen
  • hoe je de totale verzekeringskosten berekent
  • hoe je een schadevergoeding berekent

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Risico en verzekeren
Risico hangt af van:
  • de kans op schade
  • het bedrag van een mogelijke schade


Schade kun je opvangen door:
  • Zelf de schade te betalen: je moet hiervoor genoeg spaargeld hebben.
  • Verzekeren. De verzekeraar neemt het risico van jou over. Schade krijg je vergoed.

Slide 4 - Tekstslide

Je kan alleen een onzeker voorval verzekeren

Een onzeker voorval is een gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden. 
De dekking geeft aan waarvoor je bent verzekerd en voor welk bedrag

Slide 5 - Tekstslide

Premie
Premie = bedrag dat je betaalt om verzekerd te zijn.
 De verzekeraar ontvangt premies van alle verzekerden.

Dit geld is bedoeld voor:
  • schadevergoedingen uitbetalen
  • bedrijfskosten betalen (zoals personeel, gebouw, computers, reclame)
  • reserve opbouwen
  • winst maken


Slide 6 - Tekstslide

Premie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Verzekeringskosten
Voor je verzekering betaal je:
premie
poliskosten
assurantiebelasting





Slide 10 - Tekstslide

Schadevergoeding en eigen risico
  • Ben je verzekerd? Bij schade krijg je van de verzekeraar een schadevergoeding.
  • Eigen risico: je betaalt zelf een deel van de schade.

Voorbeeld:
  • Schade € 120
  • Eigen risico € 25 –
  • Schadevergoeding € 95

hoger eigen risico

verzekeraar betaalt minder schadevergoeding

de premie wordt lager





Slide 11 - Tekstslide

Jijzelf bent de verzekeraar/verzekerde.
A
Verzekeraar
B
Verzekerde

Slide 12 - Quizvraag

Wie betaalt de premie?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekerings-maatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 14 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 15 - Quizvraag

De verzekeringskosten bestaan uit:
A
premie + poliskosten
B
premie + eigen risico + assurantiebelasting
C
premie + poliskosten + eigen risico
D
premie + poliskosten + assurantiebelasting

Slide 16 - Quizvraag

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 17 - Quizvraag

Berekenen verzekeringskosten

Premie
+ poliskosten
+ assurantiebelasting(over premie+poliskosten)
= verzekeringskosten
Stel je hebt een premie van €105, de poliskosten bedragen €5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 7,8%.

Bereken de verzekeringskosten

Slide 18 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld
105+5,50= €110,50
(110,50/100)*7.8=€8,62

110,50+8,62=€119,12 --> verzekeringskosten

Slide 19 - Tekstslide