M1a - 20230621 - H8-P3-P4

Start van de les
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Start van de les

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen
Volgende toets 
Hoofdstuk 4: Lijnen en hoeken (deel 1) + Hoofdstuk 8: Symmetrie (deel 2) 
gedeelte van de beide hoofdstukken, we doen wel:
  • Hoofdstuk 4: §4.1 - §4.2B - §4.3A - §4.5
  • Hoofdstuk 8: §8.1 - §8.3A+B - §8.4A+B - §8.5A+B
staat uitgebreid in Magister
toets – donderdag 29 juni (uur 1-2)
i-moment 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Theorie §8.3B: Overstaande hoeken
  • Zelfstandig werken
  • Theorie §8.4A: Schuifsymmetrie

      Theorie §8.4B: Schuifsymmetrie en evenwijdige lijnen
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Pak je laptop
Normale naam

Slide 4 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.


Slide 5 - Tekstslide

draaisymmetrie
een figuur is draaisymmetrisch als wanneer je het een stukje draait (minder dan 1 heel rondje) je weer hetzelfde figuur krijgt.

Slide 6 - Tekstslide

draaisymmetrie
kleinste draaihoek berekenen: in hoeveel stappen ben je rond?

Slide 7 - Tekstslide

draaisymmetrie
kleinste draaihoek berekenen: 
in hoeveel stappen ben je rond?
3 stappen
heel rondje = 360º



Slide 8 - Tekstslide

draaisymmetrie
kleinste draaihoek berekenen: 
in hoeveel stappen ben je rond?
3 stappen
heel rondje = 360º

360 : aantal stappen
dus
360 : 3 = 120º

Slide 9 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 


360 : aantal stappen
dus
360 : 5 = 72º

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de kleinste draaihoek?
A
30°
B
60°
C
90°
D
120°

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek?
A
120 graden
B
60 graden
C
72 graden
D
30 graden

Slide 12 - Quizvraag

Overstaande hoeken
Twee lijnen die elkaar snijden 
maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 
even groot.




Slide 13 - Tekstslide

Overstaande hoeken
Twee lijnen die elkaar snijden 
maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 
even groot.




Slide 14 - Tekstslide

Overstaande hoeken zijn even groot

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je

en
E1
E3
A
binnen hoeken
B
verwisselende hoeken
C
overeenkomstige hoeken
D
overstaande hoeken

Slide 16 - Quizvraag

Welke hoeken zijn even groot?
A
E1=E4
B
E1=E3
C
E2=E4
D
E3=E4

Slide 17 - Quizvraag

Hoe groot is hoek

?
S3
A
90º
B
360º
C
50º
D
weet je niet

Slide 18 - Quizvraag

Hoe groot is hoek

?
S1
A
40º
B
50º
C
100º
D
weet je niet

Slide 19 - Quizvraag

Hoe groot is hoek

?
S2
A
40º
B
50º
C
140º
D
weet je niet

Slide 20 - Quizvraag

Welke hoek is de overstaande hoek van ?
K1
A
K2
B
K3
C
K4
D
K5

Slide 21 - Quizvraag

Wat is in dit plaatje precies de overstaande hoek van hoek A2?

A
Hoek A1, A4 en A5
B
Hoek A4 en A5
C
Hoek A1 en A5
D
Hoek A3, A4 en A5

Slide 22 - Quizvraag

Maak de volgende opgaven:
§8.3B (blz. 108 en verder): opgaven 39,40,41,42,43,46

Heb je een vraag:
  • Ik beantwoord nog even geen vragen:
  • lees de theorie nog eens goed door
  • kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap
  • sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave
  • over een paar minuten doe ik een opgave voor

Slide 23 - Tekstslide

Is dit figuur lijnsymmetrisch?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 24 - Quizvraag

Hoe bereken je de kleinste draaihoek?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Schuifsymmetrie
Een figuur kan schuifsymmetrisch zijn.
Een deel uit de figuur wordt dan steeds herhaald. Zo wordt een patroon gevormd.
Het deel dat steeds herhaald wordt noemen we het motief.

Slide 27 - Tekstslide

motief en patroon
met schuifsymmetrie kan je een patroon maken
het kleinste stukje dat je telkens herhaald
noem je het motief. 

bij deze tegelvloer is één tegel het motief
door die tegel te herhalen ontstaat een 
patroon

het motief

Slide 28 - Tekstslide

Schuifsymmetrie
Dit patroon is gevormd door het groene en het blauwe vierkant iedere keer zes hokjes te verschuiven.



Slide 29 - Tekstslide

Schuifsymmetrie
Door dit motief te herhalen, kun je het patroon verder af maken:



Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Is dit schuifsymmetrie
A
Nee
B
Ja
C
Ik weet het (nog) niet

Slide 32 - Quizvraag

Wat moet er bij de volgende symbolen volgen om het schuifsymmetrisch te maken?

-_.._ -_

A
-_.._-
B
_.._
C
_._._.-
D
.._

Slide 33 - Quizvraag

Wat is schuifsymmetrie?
A
Het herhalen van hetzelfde figuur
B
Het herhalen van iets
C
Een patroon
D
Geen idee

Slide 34 - Quizvraag

Waar gebruik je schuifsymmetrie?
A
Behang
B
WC
C
Tekening
D
geen idee

Slide 35 - Quizvraag

Opgaven maken (in stilte)
Maak de volgende opgaven:
§8.4A (blz. 119 en verder): opgaven 58,59,60
Heb je een vraag:
Ik beantwoord nog even geen vragen:
lees de theorie nog eens goed door
kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap
sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave
over een paar minuten doe ik een opgave voor

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Even opfrissen: overstaande hoeken
Twee lijnen die elkaar snijden 
maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 
even groot. En die andere 
overstaande hoeken ook ;-)




Slide 38 - Tekstslide


De overstaande hoek van P5 is ....
A
hoek P4 en P6
B
hoek P6 en P1
C
hoek P2
D
hoek P4 en P3

Slide 39 - Quizvraag

Wat is in dit plaatje precies de overstaande hoek van hoek A2?

A
Hoek A1, A4 en A5
B
Hoek A4 en A5
C
Hoek A1 en A5
D
Hoek A3, A4 en A5

Slide 40 - Quizvraag

evenwijdige lijnen

Slide 41 - Tekstslide

Evenwijdige lijnen

Slide 42 - Tekstslide

Tekenen van evenwijdige lijnen
Evenwijdige lijnen teken je met behulp van je geodriehoek.




Slide 43 - Tekstslide

Schuifsymmetrie en evenwijdige lijnen
Schuifsymmetrie geldt altijd als er evenwijdige lijnen zijn
lijn p    //    lijn q   (evenwijdig)
Zie symbolen in de hoeken:
gelijke symbolen zijn even grote hoeken

Slide 44 - Tekstslide


In het plaatje rechts is hoek B1 evengroot als hoek C.......
Bij het snijden van evenwijdige lijnen ontstaan ook Z-hoeken
A
3
B
4
C
1
D
2

Slide 45 - Quizvraag

Opgaven maken (in stilte)
Maak de volgende opgaven:
§8.4B (blz. 121 en verder): opgaven 63,64,65,66,67
Heb je een vraag:
Ik beantwoord nog even geen vragen:
lees de theorie nog eens goed door
kijk in de uitwerkingen naar de volgende stap
sla de opgave even over en ga door met de volgende opgave
over een paar minuten doe ik een opgave voor

Slide 46 - Tekstslide