geldzaken 2

dinsdag 11 april


Telefoon in je kluisje
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 11 april


Telefoon in je kluisje

Slide 1 - Tekstslide

Ik en de maatschappij
Geldzaken deel 2

Slide 2 - Tekstslide

ww uitkering als loon
  • geen werk
  • niet kunnen werken
  • 70% van je laatsgenoten loon
  • alleen een uitkering als je er zelf niets aan kun doen

Slide 3 - Tekstslide

geen ww uitkering?
  • als je zelf ontslag hebt genomen
  • ook als je op staande voet bent ontslagen
  • bv bij slaan collega
  • bij diefstal

Slide 4 - Tekstslide

Budgetteren
  • begroting/ budgetplan
  • niet meer uitgeven dan er binnenkomt

Slide 5 - Tekstslide

soorten uitgaven:
  • dagelijkse uitgaven bv eten, drinken
  • vaste lasten bv huur, gas water, licht, verzekeringen( zorg)
  • incidentele uitgaven bv cadeautjes, vakantie, nieuwe telefoon

Slide 6 - Tekstslide

Budget plan
  • dagelijkse uitgaven
  • vaste uitgaven
  • incidentele uitgaven

Slide 7 - Tekstslide

Vaste woonlasten ( per mnd)
  • huur
  • gas, water, licht
  • verzekeringen ( inboedelverzekering, woonhuisverzekering)
  • gemeentelijke belastingen ( riool, afvalstoffen)

Slide 8 - Tekstslide

energie rekening
  • per maand een bedrag
  • 1x per jaar de meterstanden doorgeven
  • 1x per jaar de eindafrekening

Slide 9 - Tekstslide

gemeente belasting
  • afvalstoffen heffing
  • rioolheffing
  • onroerende zaak belasting bij een eigen huis

Slide 10 - Tekstslide

waterschap belasting
  • zuiveringsheffing
  • watersysteemheffing

Slide 11 - Tekstslide

betalen?
  • 1x per jaar
  • elke maand
  • automatische incasso

Slide 12 - Tekstslide

verzekeringen
  • premie betalen
  • ziektekosten
  • brand
  • inbraak

Slide 13 - Tekstslide

zorgverzekering
  • basisverzekering verplicht vanaf 18 jaar
  • aanvullende verzekering

Slide 14 - Tekstslide

eigen risico
  • niet alles wordt vergoed
  • deel van de kosten betaal je zelf tot € 365,00

Slide 15 - Tekstslide

Wa verzekering
  • wettelijke aansprakelijkheid
  • voor bv auto, scooter etc
  • wanneer je schade veroorzaakt bij een ander

Slide 16 - Tekstslide

vrijwillige verzekering
  • reisverzekering
  • annuleringverzekering
  • inboedel verzekering

Slide 17 - Tekstslide

schulden  ( voorkomen)
  • geld lenen
  • makkelijk via internet bestellen
  • meer uitgeven dan dat er inkomsten zijn

Slide 18 - Tekstslide

schuld
  • niet op tijd betalen
  • incassobureau incl boete
  • deurwaarder
  • beslaglegging

Slide 19 - Tekstslide

schuldsanering
  • plan om alles terug te betalen
  • drie jaar lang nauwelijks inkomen
  • je salaris gaat eerst naar de schulden

Slide 20 - Tekstslide

hoe voorkom je schulden?
  • maak een kasboek
  • maak een budgetplan

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een uitkering?
A
geld dat je van je werkgever krijgt
B
geld dat je van de overheid krijgt
C
.geld dat je moet betalen aan de overheid

Slide 22 - Quizvraag

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon
C
SV-loon

Slide 23 - Quizvraag

Jamies brutoloon is € 945,66.
De loonheffing is € 201,46.
Jamies nettoloon is:

A
€ 744,20
B
€ 945,66
C
€ 1.147,12

Slide 24 - Quizvraag

Sommige dingen moet je elke maand betalen.
De bedragen zijn iedere keer hetzelfde.
Dit zijn:
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 25 - Quizvraag

De reparatie aan je horloge is een:
A
dagelijkse uitgave
B
incidentele last
C
vaste last

Slide 26 - Quizvraag

Een ander woord voor begroting is:

A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering

Slide 27 - Quizvraag

Je energiekosten zijn € 64,70 per maand.
Hoeveel heb je na een jaar betaald?

A
€ 647,00
B
€ 776,40
C
€ 3.364,40

Slide 28 - Quizvraag

De hondenbelasting is een:
A
gemeentebelasting
B
waterschapsbelasting
C
werknemersbelasting

Slide 29 - Quizvraag

Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid

Slide 30 - Quizvraag

Welke verzekering is verplicht?

A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basisverzekering
C
een reisverzekering

Slide 31 - Quizvraag

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een schuld?
A
Je hebt geld van je spaarrekening gehaald
B
Je staat € 10,- rood bij de bank.
C
Je broer geeft je € 10,- voor je verjaardag.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van schulden?
A
alles wordt steeds duurder
B
een kasboekje bijhouden
C
kopen op internet zonder betalingsverplichting

Slide 34 - Quizvraag

Soms lukt het mensen niet om zelf uit de schulden te komen.
Dan kun je in een traject komen waarin je precies genoeg geld krijgt om je
vaste lasten en boodschappen te betalen.
De rest van je inkomen gaat naar je schuldeisers.
Hoe heet dit traject?

A
incasso
B
kwijtschelding
C
schuldsanering

Slide 35 - Quizvraag

Ga verder met Strux

laat elk hoofdstuk nakijken

Slide 36 - Tekstslide