Rekenen 3



Reken maar dat je rekent......3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Reken maar dat je rekent......3

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt 3 liter cola. Hoeveel bekers van 20 cl kun je vullen?

Slide 2 - Woordweb

Welk getal is oneven?
A
64
B
88
C
73
D
96

Slide 3 - Quizvraag

Bij een boekenwinkel krijg je bij iedere 10 euro die je besteedt een spaarzegel. Mara koopt voor 310 euro. Hoeveel zegels krijgt ze?
A
30 zegels
B
31 zegels
C
11 zegels
D
21 zegels

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Op het horloge van Felix staat 14:10 uur. Hij heeft 55 minuten gefietst. Onderweg heeft hij 7 minuten pauze gehouden Wat stond er op zijn horloge toen hij vertrok?
A
13:07
B
13:22
C
13:08
D
13:23

Slide 6 - Quizvraag

Linde koopt 4 films van 24,90 euro. Hoeveel cent krijgt ze terug als ze betaalt met 100 euro?
A
60 cent
B
40 cent
C
80 cent
D
30 cent

Slide 7 - Quizvraag

4 mensen winnen samen de jackpot van 12,8 miljoen euro.
Hoeveel euro krijgt elke winnaar?
A
3.200.000.000
B
3.200.000.000
C
3.020.0000
D
3.200.000

Slide 8 - Quizvraag

Zet de getallen van klein naar groot:
a. 4.085.679.000
b. 4,85 miljoen
c. 4,1 miljard
d. 4.445.119
A
a b c d
B
b a d c
C
d b a c
D
a b d c

Slide 9 - Quizvraag

wat is de waarde van de 4
in 1.334.625
A
4
B
40
C
400
D
4000

Slide 10 - Quizvraag

-20-15=
A
-35
B
5
C
-5
D
35

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heten de kinderen van ons koningspaar?
A
Maxima, Wilhelmina en Alexandra
B
Beatrix, Maxima en Alexia
C
Amalia, Alexia en Ariane
D
Anne, Amalia en Alexia

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel uren zitter er in een week?
A
170
B
178
C
186
D
168

Slide 13 - Quizvraag

Is deze som goed?

8 x 8 x 2 = 182
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de primaire kleuren?
A
Rood, wit, blauw
B
Rood, geel, groen
C
Rood, geel, blauw
D
Zwart, wit, geel

Slide 15 - Quizvraag

Welke som is goed?
A
38 x 38 = 1443
B
25 x 6 = 175
C
100000 x 0 = 0
D
8 x 7 = 57

Slide 16 - Quizvraag

Het is 23 juni, welke datum is het 2 weken later?
A
6 juli
B
7 juli
C
5 juli
D
30 juni

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60
B
100
C
3600

Slide 18 - Quizvraag

Welke tijdsduren zijn langer dan 9 minuten?
A
510 sec
B
530 sec
C
540 sec
D
550 sec

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel dagen heeft april
A
28
B
30
C
31

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel maanden zijn er na mei nog?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 21 - Quizvraag

De wortel van 64
A
7
B
6
C
8

Slide 22 - Quizvraag

De wortel van 144
A
11
B
12
C
13

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het goede antwoord?
A
16
B
18
C
20
D
14

Slide 24 - Quizvraag

Uitleg:

appel = 2
tros bananen = 2
1 kers = 3
2 + 2 x 9 = 2+ 18 = 20

Slide 25 - Tekstslide

Uitgerekend..............

Slide 26 - Tekstslide