Anatomie p1 week 5: Spijsvertering (deel 2)

Anatomie P1 wk 5: Spijsvertering (deel 2)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Anatomie P1 wk 5: Spijsvertering (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het spijsverteringsstelsel.


Subleerdoelen
De student kan:
1. de volgende organen met hun Nederlandse naam benoemen en de Latijnse naam herkennen:
   alvleesklier, lever en galblaas.
2. de ligging, bouw, functie en werking van de alvleesklier, lever en galblaas uitleggen.
3. naast de functie voor de spijsvertering ook de andere functies benoemen van:
         o Lever (suiker-, vet en eiwitstofwisseling, ontgifting, galproductie, opslag
            en warmteproductie)
         o Alvleesklier (endogene en exogene klierfunctie)


 
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Vragen

                    Zijn er nog vragen over
               de lesstof van vorige week?

Slide 3 - Tekstslide

Spijsvertering herhaling
Wat is de functie van het spijsverteringsstelsel?

Uit welke onderdelen bestaat het?


Slide 4 - Tekstslide

Quiz
Er volgen nu een aantal quizvragen over de 
lesstof van vorige week (week 4).
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 5 - Tekstslide


Welk enzym in je speeksel start met de vertering van suikers en zetmeel?
A
amylase
B
pepsine
C
lipase
D
gal

Slide 6 - Quizvraag

Bij het doorslikken van een voedselbrok worden twee holten even afgesloten. Welke holten zijn en door wat worden zij afgesloten?
A
De neusholte door de huig en de luchtpijp door het strottenklepje
B
De neusholte door het strottenklepje en de luchtpijp door de huig
C
De luchtpijp door de huig en de slokdarm door het strottenklepje

Slide 7 - Quizvraag


Wat is de functie van het enzym pepsine?
A
Vertering van suikers
B
Vertering van vetten
C
Vertering van eiwitten

Slide 8 - Quizvraag

Waar komt het voedsel terecht nadat het de maag verlaat?
A
Colon
B
Oesofagus
C
Duodenum
D
Ileum

Slide 9 - Quizvraag

Welke verteringssappen worden aan de voedselbrij toegevoegd in de twaalfvingerige darm?
A
amylase en pepsine
B
alvleeskliersap en gal
C
gal en pepsine
D
amylase en alvleeskliersap

Slide 10 - Quizvraag

Waar in het spijsverteringskanaal leeft de darmflora en welke functie heeft het?
A
Leeft in de dunne darm en produceert vitamine D
B
Leeft in de dunne darm en produceert vitamine K
C
Leeft in de dikke darm en produceert vitamine D
D
Leeft in de dikke darm en produceert vitamine K

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de Latijnse naam "gaster"?
A
de mondholte
B
de maag
C
de dunne darm
D
de dikke darm

Slide 12 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de Latijnse naam "ileum"?
A
de twaalfvingerige darm
B
de nuchtere darm
C
de kronkeldarm
D
de dikke darm

Slide 13 - Quizvraag

Sleep elk onderdeel van het spijs-verteringskanaal naar de juiste plaats
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slokdarm 
Maag 
Mondholte 
Twaalfvingerige darm 
Dunne darm
Wormvormig aanhangsel
Dikke darm
Endeldarm
Anus

Slide 14 - Sleepvraag

Spijsverteringsstelsel - Lever
Welke functies heeft de lever?
  • suikerstofwisseling
  • vetstofwisseling
  • eiwitstofwisseling
     
  • ontgifting
  • galproductie
  • opslag voor stoffen
  • warmteproductie

Slide 15 - Tekstslide

Spijsverteringstelsel - galblaas
Belangrijkste functie?

Slide 16 - Tekstslide

Spijsverteringstelsel - alvleesklier
Wat is de functie?

  • Endocrien
  • Exocrien

  • Aanmaak in de alvleesklier
  • Afgifte in? 

Slide 17 - Tekstslide

Spijsverteringstelsel - alvleesklier
  • Endocrien

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
De tafels worden in groepjes van 4 gezet.
  • Maak een groepje van 4 personen
  • Bedenk voor een ander groepje vragen over de lesstof (lever, alvleesklier, galblaas)
  • Je bedenkt 4 open vragen en 4 meerkeuzevragen die bestaan uit 3 antwoordmogelijkheden
  • Maak een document met alleen de vragen EN maak een antwoordmodel
  • Wanneer elk groepje klaar is met het bedenken van de vragen, worden de vragen van elk groepje doorgegeven aan het volgende groepje
  • Elk groepje gaat aan de slag met het maken van de vragen en schrijft de antwoorden op.
  • Daarna worden de antwoordmodellen uitgewisseld zodat de antwoorden gecontroleerd
     kunnen worden

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het spijsverteringsstelsel.


Subleerdoelen
De student kan:
1. de volgende organen met hun Nederlandse naam benoemen en de Latijnse naam herkennen:
   alvleesklier, lever en galblaas.
2. de ligging, bouw, functie en werking van de alvleesklier, lever en galblaas uitleggen.
3. naast de functie voor de spijsvertering ook de andere functies benoemen van:
         o Lever (suiker-, vet en eiwitstofwisseling, ontgifting, galproductie, opslag
            en warmteproductie)
         o Alvleesklier (endogene en exogene klierfunctie)


 
Leerdoelen

Slide 20 - Tekstslide

Welk onderwerp van deze week is het minst duidelijk?
Lever
Galblaas
Alvleesklier
Geen enkele, alles is helemaal duidelijk

Slide 21 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Afsluiting
Doen na de les:
  • opdrachten verder afmaken (indien deze nog niet af zijn)
  • uitwerken leerdoelen week 5 uit de LOEP
    met behulp van het ingesproken college en de module Anatomie & fysiologie - Spijsverteringsstelsel
               

Slide 23 - Tekstslide