Voortekens

Voortekens
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortekens

Slide 1 - Tekstslide

Voortekens
Kruis        verhoogt de noot         + is

Mol          verlaagt de noot      + (e)s

                    Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Slide 2 - Tekstslide

Vaste voortekens
Vaste voortekens staan vooraan de regel en gelden voor het hele stuk. 
Eén kruis betekent: elke f wordt een fis

Slide 3 - Tekstslide

Incidentele voortekens
Een kruis, mol of herstellingsteken komt middenin een maat ergens voor. Hij geldt alleen in die maat.

Slide 4 - Tekstslide

Als er een mol voor een noot staat, dan komt er..
A
"is" achter de oorspronkelijke notennaam
B
"es" achter de oorspronkelijke notennaam
C
"is" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam
D
"es" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam

Slide 5 - Quizvraag

Welk(e) vast(e) voorteken(s) zie je hier?
A
Een kruis op de hoogte van de F
B
Een kruis op de hoogte van de C
C
Een mol op de hoogte van de E
D
Een mol op de hoogte van de B

Slide 6 - Quizvraag

Dit betekent dat elke
A
B een Bes wordt
B
Elke E een Es
C
F een Fis wordt
D
Elke C een Cis

Slide 7 - Quizvraag

Hoe klinkt een noot als er een kruis voor staat?
A
Even hoog
B
Hoger
C
Lager

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(in letters)

Slide 9 - Open vraag

Met welke toets speel je een Dis?

Slide 10 - Sleepvraag

Hoe heet deze noot? (in letters)

Slide 11 - Open vraag

Met welke toets speel je een Ais?

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 13 - Open vraag

Met welke toets speel je een Des?

Slide 14 - Sleepvraag