Herhaling van haben, sein en werden

Herhaling van haben en sein
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Herhaling van haben en sein

Slide 1 - Tekstslide

haben und sein
Voltooid deelwoord: gehabt  und  gewesen

Slide 2 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat

Slide 3 - Sleepvraag

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
seid
sind
sind

Slide 4 - Sleepvraag

Vul de zin aan met de juiste vorm van: haben oder sein .
1. Klaus und Irina ................. Freunde.

Slide 5 - Open vraag

Vul de zin aan met de juiste vorm van: haben oder sein .
2. Ich ............... zehn Jahre alt.

Slide 6 - Open vraag

Haben oder sein?
3. Omar ...............einen Bruder.

Slide 7 - Open vraag

Haben oder sein?
Meine Mama ...................aus Berlin.

Slide 8 - Open vraag

Haben oder sein?
5. Wir ................kein groβes Haus.

Slide 9 - Open vraag

Haben oder sein?
6. Meine Schwester ....................Schülerin (leerling).

Slide 10 - Open vraag

Haben oder sein? Vul in.
7. Diese Blumen (bloemen) .....................sehr schön.

Slide 11 - Open vraag

Haben oder sein?
8. ..................du ein Fahrrad (fiets)?

Slide 12 - Open vraag

Haben oder sein?
9. ....................Sie Anton Bauer (Bent u...)?

Slide 13 - Open vraag

Haben oder sein?
10. Wir ................. einen netten Deutschlehrer.

Slide 14 - Open vraag

Tegenwoordige tijd - werden
ich werde
du wirst
er/sie/es/man wird
wir werden
ihr werdet
sie werden
Sie werden

Slide 15 - Tekstslide

Werden

Slide 16 - Tekstslide

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 17 - Sleepvraag

Kies de juiste vergoeding van werden.
Er (werden) es nie vergessen
A
werde
B
werden
C
wird
D
werdet

Slide 18 - Quizvraag

werden (wir)
A
wirden
B
werden
C
werdet
D
wirsten

Slide 19 - Quizvraag

werden

Er ... 16.
A
werde
B
wirst
C
wird
D
werdet

Slide 20 - Quizvraag

(werden) ich ...
A
wirst
B
werden
C
wird
D
werde

Slide 21 - Quizvraag

werden
u wordt
A
sie werden
B
Sie werden
C
Sie werdet

Slide 22 - Quizvraag

(werden)
du ...
timer
0:10
A
werde
B
werdet
C
wirst
D
wird

Slide 23 - Quizvraag

ihr (werden)
A
werdet
B
werden
C
werdest
D
wurdest

Slide 24 - Quizvraag

Op een rij: sein, haben en werden

Slide 25 - Tekstslide


Ik kan de werkwoorden "haben, sein en werden" toepassen in zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll