Ster in schrijven B - 5.1 Vragen over werk

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Welke beroepen ken je?

Wat is het beroep van je 

vader of moeder?

Wat doet een kok?

Wat doet een kapper?

Wat doet een schilder?

Wat doet een taxichauffeur?

We lezen samen de mail.

Als je de beurt krijgt lees je 2 zinnen of vragen.

Aan wie schrijft Tuu de brief?

Wat vertelt Tuu niet?

1. zijn naam
2. zijn school
3. zijn leeftijd

Welk beroep heeft Amir?

Wat schrijft Tuu bovenaan de brief?

Wat schrijft Tuu aan
het einde van de brief?

Op welke vraag kan je geen
antwoord geven met ja of nee?

1. Vind je het werk leuk?
2. Vind je het werk moeilijk?
3. Verdien jij genoeg geld?
4. Welk diploma heb je?

Ja/nee vragen

Woon je in Nederland?

Heb je een broer?

Ben je 14 jaar?

Fiets jij naar school? 

Vind je het werk leuk?

De vraag begint met het werkwoord.

Open vragen

Waar woon je? 

Wie is jouw vriend? 

Wanneer heb jij tijd? 

Wat eet jij? 

Hoe heet jij? 

De vraag begint met een vraagwoord.

Beste Mehmoud, 

Ik wil graag loodgieter worden. 

Waar heb jij het werk geleerd?

Groetjes, Ahmad.

Wat vind jij het leukst aan kapper zijn?

Ik wil meer weten over jouw beroep.

Beste Yishan,

Groetjes, Lizi

Groetjes, Rezheen

Welk werk doe jij?

Beste Chongxuan,

Hoe laat begin jij elke ochtend?

Maak opdracht 6. 

Schrijf ZELF zinnen en vragen.

- Vertel over jezelf.

- Schrijf over werk dat je leuk vindt.

- Bedenk 5 vragen over dit werk.

Denk ook aan het begin en 

het einde van de brief.

Doe daarna opdracht 7 samen met iemand.

Klaar? 

Maak opdracht 8, 9 en 10.

Ben je helemaal klaar?

Lever je boek in bij mij.

Oefenen met zinsbouw.