Opsporing versus toezicht

Opsporing versus toezicht
- Opsporen
- Vervolgen 
- Toezicht houden

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opsporing versus toezicht
- Opsporen
- Vervolgen 
- Toezicht houden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je weet wat het verschil is tussen opsporen en toezichthouden
Je kunt dit ook toepassen (bevoegdheden)

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij de begrippen opsporen, vervolgen en toezicht houden?

Slide 3 - Woordweb

Opsporing
Zoek op in het Wetboek van Strafvordering en lees door:
Artikel 141
Artikel 142
(Vertel in eigen woorden wat er staat)

Slide 4 - Tekstslide

Opsporing
Jij bent dus altijd opsporingsambtenaar.

Opdracht: Per tweetal een groot vel en beantwoord de volgende vragen:

Wat is de taak van een opsporingsambtenaar?
Wat is opsporen precies?
Wat doet de politie tijdens een opsporingsonderzoek?

Slide 5 - Tekstslide

Opsporing

Bij opsporing horen opsporingsbevoegdheden.

In welke wet staan de opsporingsbevoegdheden?


Slide 6 - Tekstslide

Opsporing:
Opsporingsbevoegdheden mogen alleen worden toegepast:

 

- door opsporingsambtenaren
- als er sprake is van een verdachte
- redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit.
Verdachte hoeft niet mee te werken maar wel gedogen
Gedogen = lijdzaam ondergaan.


Slide 7 - Tekstslide

Opsporing:
Casus: Inbraak heterdaad tankstation. Melding van passant. Je gaat ter plaatse en treft twee inbrekers, beiden heb je aangehouden. Eigenaar is ook gebeld en komt ook ter plaatse.

Wat doe je ter plaatse allemaal?

("Cirkel van het opsporingsonderzoek")

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het vervolgen van een verdachte?

Slide 10 - Open vraag

Vervolgen
Vervolgen = zaak onder de aandacht van een rechter brengen

 
Alleen haalbare zaak wordt vervolgd want die heeft strafvorderlijk doen.
Niet haalbaar -> niet vervolgen maar seponeren
Bv onvoldoende bewijs, onrechtmatig bewijs of strafuitsluitingsgrond

Vervolgingsmonopoly: Het openbaar ministerie (OM) is de enige die een strafzaak voor de rechter kan brengen, de enige die een verdachte kan vervolgen.
Geen vervolgingsplicht: OvJ kan besluiten niet tot vervolging over te gaan terwijl de zaak wel haalbaar is.


Slide 11 - Tekstslide

Vervolgen
Als OvJ de verdachte gaat vervolgen krijgt de verdachte een dagvaarding.

Vervolgen = dat de OvJ of het OM een rechter in de zaak betrekken
Dagvaarding = oproep waarin staat waar de verdachte van verdacht wordt, waar, wanneer en hoe het gepleegd is en onder welke omstandigheden. Verdachte wordt ook geïnformeerd over zijn rechten.

Dagvaarding is een daad van vervolging.
Voorbereidend onderzoek (opsporingsonderzoek) is nu afgelopen.

Slide 12 - Tekstslide

Vervolgen
Seponeren kan tot onderzoek ter terechtzitting is begonnen. Daarna niet meer!

(schema opsporingsonderzoek)

Slide 13 - Tekstslide

Toezicht

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toezicht:
Jullie zijn altijd opsporingsambtenaar maar soms zijn jullie ook toezichthouder.
Namelijk als er een gedraging wordt gepleegd uit een wet waarvan we hebben afgesproken dat we die wet bestuursrechtelijk af handelen. Voor nu alleen Wet Mulder (feiten uit het RVV).

Bv. Je ziet een auto rijden met kapot achterlicht. 
Kapot achterlicht = feit uit het RVV = Wet Mulder.
Jij bent toezichthouder!

Bv. Je geeft een bestuurder een stopteken bij een alcoholcontrole. = WvW 1994.
Je bent gewoon opsporingsambtenaar!



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opsporing -> opsporingsbevoegdheden -> 
Wet boek van Strafvordering.

Toezicht -> Toezichthoudende bevoegdheden -> 
Algemene wet bestuursrecht 
(Voor nu alleen Wet Mulder = feiten uit het RVV)

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht: 

Groep 1: Jullie zijn opsporingsambtenaar. Zoek in het Wetboek van strafvordering minstens 5 opsporingsbevoegdheden op. Schrijf op het grote vel, inclusief artikel.

Groep 2: Jullie zijn toezichthouder. Zoek in de Algemene wet bestuursrecht minstens 5 toezichthoudende bevoegdheden op. Schrijf op het grote vel, inclusief artikel.

Slide 20 - Tekstslide

Als je aan het opsporen bent mag je WEL gebruik maken van opsporingsbevoegdheden maar NIET van toezichthoudende bevoegdheden. Andersom ook zo.

Zorg dat je dus weet of je aan het opsporen bent of aan het toezichthouden.

Verschil toezichthoudende bevoegdheid en opsporingsbevoegdheid:
Betrokkene                                       <--> Verdachte
Toezicht = controle                       <--> Onderzoek naar strafbaar feit
Verplicht meewerken                  <--> Gedogen
Algemene wet bestuursrecht  <--> Wetboek van Strafvordering

Slide 21 - Tekstslide

Hierna:
Wet Mulder = WAHV

Slide 22 - Tekstslide