Paragraaf 2.2 Klimaten

Koppeling paragraaf 2.1
  • Uit welke sferen is het systeem aarde opgebouwd en hoe functioneert het systeem?
  • Welke rol spelen de verschillende kringlopen in dit systeem?Opgave 5 uit boek bespreken 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Koppeling paragraaf 2.1
  • Uit welke sferen is het systeem aarde opgebouwd en hoe functioneert het systeem?
  • Welke rol spelen de verschillende kringlopen in dit systeem?Opgave 5 uit boek bespreken 

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2.2 Klimaten
  • Welke klimaten komen voor, en hoe kun je de verschillende klimaten op aarde verklaren?
  • Welke rol spelen de zeestromen en de luchtstromen bij de verklaring van het voorkomen van de klimaten?

Slide 2 - Tekstslide

Tropisch
Pool
Zee
Woestijn
Land

Slide 3 - Sleepvraag

Warmtetransport via luchtcirculatie
  • Lagedrukgebied en hogedrukgebieden
  • Intertropische convergentiezone (ITZC)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De wet van Buys Ballot
  1. Hoge luchtdruk stroomt naar lage drukgebied
  2. Het corioliseffect

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Moessons en passaten
  • Moesson = Aanlandige westenwind, brengt veel neerslag mee 
  • Passaat = Oostelijke wind, waait het hele jaar tussen subtropische hogedrukgebieden en de ITZC met lage druk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Warmtetransport via zeestromen
  • Het ontstaan van warme en koude zeestromen heet ook wel oceanische curculatie
  • Wordt bepaald door oa wind, zoutgehalte, temperatuur
  • Warme zeestroom = wanneer een zeestroom uit een relatief warm gebied in een kouder gebied stroomt

Slide 10 - Tekstslide

Thermohaline zeestroom
  • Thermohaline circulatie
  • Diepwaterpomp bij Groenland/IJsland --> IJstijden en interglacialen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Temperatuurfactoren
  • Breedteligging --> bepaalt invalshoek zonnestralen
  • Hoogteligging
  • Ligging aan zee of ver landinwaarts
  • Zeestromen

Slide 13 - Tekstslide

Neerslagfactoren
  • Luchtdrukgebieden
  • Ligging aan zee of verder landinwaarts
  • Ligging van gebergten

Slide 14 - Tekstslide

Elk klimaat zijn eigen plek
Indelen in klimaatgebieden:
A-,C-,D- en E-klimaten gebaseerd op temperatuur
B-klimaat gebaseerd op neerslag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

In de Tabernaswoestijn is de gemiddelde jaarlijkse neerslag een van de
laagste van Spanje.
Leg dit uit met behulp van de overheersende windrichting in Spanje.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Gebruik blz. 116/117 in de atlas.

Slide 17 - Open vraag

Uit de uitleg moet blijken dat
• de (aanlandige) westenwinden een lange afstand over land moeten
afleggen / verschillende bergketens moeten passeren (oorzaak)
• waardoor de lucht veel vocht heeft verloren als die de
Tabernaswoestijn bereikt (gevolg)

Slide 18 - Tekstslide

Gebruik de atlas.
Op het Arabisch Schiereiland valt in het zuidwesten vrijwel alleen in de
zomermaanden neerslag.
Beschrijf met behulp van de ligging van luchtdrukgebieden in de
zomermaanden de wijze waarop daar neerslag ontstaat.

Slide 19 - Open vraag

Een juiste beschrijving bevat de volgende elementen:
• In de zomer ligt de ITCZ / een groot lagedrukgebied boven het
Arabisch Schiereiland (en een hogedrukgebied net ten zuiden van de
evenaar)
• De lucht stijgt in het zuidwesten van het Arabisch Schiereiland op
tegen een gebergte (waarbij afkoeling en condensatie plaatsvindt)

Slide 20 - Tekstslide

Reflectie
  • Welke klimaten komen voor, en hoe kun je de verschillende klimaten op aarde verklaren?
  • Welke rol spelen de zeestromen en de luchtstromen bij de verklaring van het voorkomen van de klimaten?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 1 t/m 10

Slide 22 - Tekstslide