In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Les 4
Textiel- en linnenbeheer
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Wat deden we de vorige les?
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Schoonmaaketiketten
Quiz
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
schoonmaaketiketten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat voor textiel is dit?
A
Katoen
B
Wol
C
Nylon
D
Zijde
Slide 6 - Quizvraag
- Neemt goed vocht op
- Kan tegen een hoge hitte
- Kreukelgevoelig
- plantaardige vezel
- krimpt niet
- ontstaan geen pluisjes
- kreukelt niet
-Droogt snel
- Krimpt niet
- Brandgevaarlijk
Katoen
Linnen
Nylon
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is geen taak van de linnendienst?
A
Wassen
B
Vouwen
C
Voeding
D
Strijken
Slide 8 - Quizvraag
Waar let je op bij het inrichten van een wasserij?
Slide 9 - Open vraag
Waarvoor is ISO 9002 norm?
A
Arbo technische en hygiënische maatregelen
B
milieueisen
C
organisatorisch
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf de vier afdelingen van de linnendienst op
Slide 11 - Open vraag
Welke textiel zie je?
A
platgoed
B
overige textiel
C
persoonsgebonden goed
Slide 12 - Quizvraag
Is dit een dienstkleding?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Wat valt onder persoonsgebonden goed?
A
overhemden
B
gordijnen
C
theedoeken
D
microvezeldoekjes
Slide 14 - Quizvraag
Noem twee voordelen van uitbesteden linnendienst
Slide 15 - Open vraag
Wat betekent dit was symbool?
A
Max 150 graden strijken
B
Max 200 graden strijken
C
Max 250 graden strijken
D
Max 110 graden strijken
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat dit symbool voor?
A
Bleken
B
Niet bleken
Slide 17 - Quizvraag
Is dit een samenstellingsetiket of behandelingsetiket?
A
Samenstellingsetiket
B
Behandelingsetiket
Slide 18 - Quizvraag
Teken de cirkel van Sinner voor een wollen trui
Slide 19 - Tekstslide
Antwoord cirkel van Sinner
Slide 20 - Tekstslide
Noem 2 technologische hulpmiddelen bij textielverzorging
Slide 21 - Open vraag
Waar let je op als je textiel aanschaft? Noem er 3 op
Slide 22 - Open vraag
Valt wasmanden met wielen onder ergonomisch werken?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
In welke vorm heb je wasmiddelen?
Slide 24 - Open vraag
Hoe voorkom je kruisbesmetting in een wasserette?
Slide 25 - Open vraag
Bevat bontwasmiddelen, bleekmiddelen?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Welke kleur waszak wordt er gebruikt voor persoonsgebonden goed?
A
blauw
B
doorzichtig
C
rood
D
wit
Slide 27 - Quizvraag
Noem 3 manieren van was bewaren
Slide 28 - Open vraag
wat is lichtbont?
A
was met lichte kleuren
B
was met donkere kleuren
Slide 29 - Quizvraag
Aan welke ISO norm moet een wasserij voldoen om in aanmerking te komen voor een certificaat
A
9001
B
9002
C
9003
D
9004
Slide 30 - Quizvraag
Wat is ''merken'' van kleding
Slide 31 - Open vraag
Je hebt 5 soorten wasprogramma's op een wasmachine. Welke is geen wasprogramma
A
wolwas
B
wittewas
C
voorwas
D
donkerbont
Slide 32 - Quizvraag
Rechter hersenactiviteit
Ik ga op vakantie en ik neem mee
Slide 33 - Tekstslide
Einde QUIZ
Wat vond jij van de QUIZ?
Heb je alle informatie terug gezien in de lessen?
Hoe heb jij de lessen ervaren?
Wat wil je de volgende keer weer terug zien?
Wat moet uit de les?
Slide 34 - Tekstslide
sneeuwbal
In groepjes van vier staan jullie in een kring. Van de docent krijgen jullie een prop. Op elke prop staat een vraag. Beantwoordt in je groepje de vraag