Grammatica H5

Grammatica H5
Zinsdelen:
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen

Woordsoorten:
Voegwoorden; nevenschikkend en onderschikkend
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica H5
Zinsdelen:
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen

Woordsoorten:
Voegwoorden; nevenschikkend en onderschikkend

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  • Ik kan hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.
  • Ik kan nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Ik zwem in de zee en daarna ga ik zonnen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 5 - Quizvraag

Ik liep gisteren via een omweg naar school.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 6 - Quizvraag

Toen de ridder zijn geliefde dood aantrof, pleegde hij zelfmoord.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quizvraag

Samengestelde zin
Kan bestaan uit:
  • Hoofdzin + hoofdzin
  • Hoofdzin + bijzin
  • Bijzin + hoofdzin

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzin 
Hoofdzin = H
  • Ow en pv staan naast elkaar -> er kunnen GEEN andere zinsdelen tussen
  • Pv staat op de 1e of 2e plek in de zin

Voorbeeld:
Ik zwem in de zee
Trucje: 'niet' tussen ow en pv plaatsen: Ik niet zwem in de zee
Foute zin, dus hoofdzin

Slide 9 - Tekstslide

Bijzin
Bijzin = B
Tussen ow en pv kunnen wel andere zinsdelen staan.
pv staat vaak achteraan.

Voorbeeld:
Julia ziet dat hij in de zee zwemt
Trucje: 'niet' tussen ow en pv plaatsen: Julia ziet dat hij niet in de zee zwemt.
Goede zin, dus bijzin = dat hij in de zee zwemt 

Slide 10 - Tekstslide

Het regent heel hard.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 11 - Quizvraag

Pim blijft thuis, omdat het heel hard regent.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 12 - Quizvraag

Ik koop geen cd's, want ik gebruik altijd mijn iPod.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 13 - Quizvraag

Omdat ik altijd mijn Ipod gebruik, koop ik geen cd's.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

Toen het begon te regenen, gingen we snel naar binnen.
A
toen
B
gingen
C
het
D
snel

Slide 16 - Quizvraag

Morgen gaan we naar de bioscoop en daarna gaan we zwemmen.

en
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 17 - Quizvraag

Iedereen mag mee op excursie, tenzij je verkoudheidsklachten hebt.

tenzij
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 
  • H5 grammatica zinsdelen blz. 148 + 149 opdr. 1 t/m 3
  • H5 grammatica woordsoorten blz. 150 + 151 opdr. 1 t/m 5 


Slide 20 - Tekstslide