hst 2 paragraaf 1 "overal is water" 3 MAVO 6 maart

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 2.1
Water is overal.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Scheikunde mavo3
Hoofdstuk 2.1
Water is overal.

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik Lesson_up in de les
Geen telefoon (laptop), dan noteer je de antwoorden op vragen in je Sk-schrift. Je nummert deze 1 t/m.....
Noteer de namen en vraag eind van de les om bewijs.
Wanneer theorie wordt behandeld, ligt je telefoon op de tafel
(wanneer in je hand, waarschijnlijk andere bezigheden)
Maak aantekeningen in je Sk-schrift

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de functie van water is bij gebruik van wassen, oplossen en voedselbereiding
  • Je kunt verschillen in samenstelling noemen tussen drinkwater, zeewater, oppervlaktewater, grondwater en gedestilleerd water;
  • Je kunt de concentratie van een stof in een oplossing berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Welke drie functies heeft water?
Noteer in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Functie 1 
Drinkwater  

Slide 6 - Tekstslide

Functie 2 
Oplosmiddel, b.v oplossen van zout, suiker, siroop, alcohol

Slide 7 - Tekstslide

Functie 3 
Spoelmiddel, b.v. het schoonspoelen van was, toilet of wonden

Slide 8 - Tekstslide

We hebben 4 soorten water
  1. Oppervlaktewater
  2. Grondwater
  3. Drinkwater
  4. Gedestilleerd water 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is grondwater ?
  • Grondwater is water dat zich in de bodem bevindt.
  • Het meeste grondwater komt van                                                            regenwater.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is schoner: 
Grond- of oppervlaktewater en waarom? 
  • Grondwater is schoner 
  • Het water gaat namelijk door de bodem waardoor b.v. zand- en kleideeltjes uit het water worden gefilterd. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is drinkwater 
en is dit een zuivere stof ?
  • Drinkwater is scheikundig gezien GEEN zuivere stof
  • Een zuivere stof bestaat namelijk uit een stof, in dit geval water. 
  • Drinkwater bestaat naast water b.v. ook uit kalk en mineralen uit de bodem. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is gedestilleerd water ?
  • Gedestilleerd water is water dat gedestilleerd is. 
  • Door water te destilleren krijg je zuiver water.
  • Scheikundigen gebruiken altijd gedestilleerd water (geen kraanwater), zodat we zeker weten dat kalk, mineralen de proef niet verstoren. 

Slide 14 - Tekstslide

concentratie
geconcentreerd en verdund
lage concentratie  en     hoge concentratie

Slide 15 - Tekstslide

 Concentratie

Slide 16 - Tekstslide

De concentratie van een stof in een oplossing 
  • De concentratie is de massa van een stof die is opgelost per liter oplossing
  • De hoeveelheid opgeloste stof in oplosmiddel 
  • De meest gebruikte eenheid is g/l (gram per liter)
  • concentratie (C) = massa opgeloste stof / volume opgeloste stof
  • De grootheid concentratie (C) meet je in de eenheid g/L (gram per liter)
  • Formule : C = m/V 

Slide 17 - Tekstslide

Concentratie berekenen (vb).
  • We hebben 5 gram suiker dat we oplossen in 500 ml water
  • Wat is de concentratie suiker in deze oplossing? 
  • Maak deze berekening in je schrift
  • C = m / V
  • C = 5 / 0.5 = 10 g/l (gram/liter)

Slide 18 - Tekstslide

Vragen
Hebben jullie vragen?


Noteer in je schrift: het antwoord op de volgende vragen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen drinkwater, zeewater, oppervlaktewater, grondwater en gedestilleerd water;
  • Noteer in je schrift enkele antwoorden
  • Drinkwater kun je drinken:
  • Oppervlaktewater is water wat zichtbaar is, zoals rivieren;
  • Grondwater is regenwater wat in de grond zit;
  • Gedestilleerd water is zuiver water

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de 4 functies van water?
  • Noteer in je schrift de antwoorden 
  • Drinkwater
  • Oplosmiddel;
  • Spoelmiddel
  • Hulpmiddel bij de bereiding van voedsel

Slide 21 - Tekstslide

In stilte pagina 76 t/m 80 lezen
Maak in je schrift aantekeningen van deze tekst
Noteer woorden die volgens jou belangrijk zijn 

Slide 22 - Tekstslide

Noteer drie kernwoorden
die jij belangrijk vindt

Slide 23 - Woordweb

Welke functies zou water niet kunnen hebben?
A
Schoonmaakmiddel
B
Spoelmiddel
C
Oplosmiddel
D
Warmte-transportmiddel

Slide 24 - Quizvraag

Bij het lijmen moet je even wachten, wat verdampt er tijdens het wachten?
A
Het bindmiddel in de lijm
B
Het oplosmiddel in de lijm
C
Het water rond de plakplaats

Slide 25 - Quizvraag


Bij het maken van drinkwater uit grondwater hoef je niet...
A
te behandelen met ozon
B
te zeven / filtreren
C
te beluchten
D
te pompen

Slide 26 - Quizvraag

Oppervlakte water is schoner dan grondwater
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Juist of onjuist: drinkwater wordt alleen gemaakt van grondwater
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Water (s) ---> Water (l)
Is een voorbeeld van:
A
Chemische reactie
B
Ontledingsreactie
C
Faseovergang
D
Geen chemische reactie

Slide 29 - Quizvraag

Het water in beken, rivieren, meren en sloten is
A
grondwater.
B
oppervlaktewater.
C
zeewater.
D
zuiver,

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie?
A
concentratie = volume / massa stof
B
massa stof = concentratie / volume
C
concentratie = volume / massa stof
D
concentratie = massa stof / volume

Slide 31 - Quizvraag

Met welke algemene formule kan de concentratie berekend worden?
= --------------
concentratie (g/L) 
Volume oplossing (L)
Massa van concentratie (mL)
Massa opgeloste stof (g)
Volume opgeloste stof (L)

Slide 32 - Sleepvraag

ORS is een oplossing van zouten en suiker in water. De stof wordt toegediend aan patiënten met uitdrogingsverschijnselen, om vocht- en zoutbalans in hun lichaam weer te herstellen.

Een glas ORS van 0,20 L bevat onder andere 0,50 g keukenzout.

Wat is de concentratie keukenzout in ORS?
A
0,1 g/mL
B
0,4 g/L
C
2,5 g/L
D
250 g/mL

Slide 33 - Quizvraag

In 1,5 L Cola zit 0,135 g cafeïne.
Wat is de concentratie cafeïne in cola?
A
11,1 g/L
B
0,09 g/L
C
0,20 g/L
D
Geen idee

Slide 34 - Quizvraag

Als je meer suiker in de thee doet, neem de concentratie toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

10 gram suiker wordt opgelost in 100mL. Wat is de concentratie?
A
10g/100mL
B
100g/L
C
1g/10mL
D
0,1g/mL

Slide 36 - Quizvraag

Opgaven maken (blz. 83 - 85)
Maak opgave 4, 5, 7, 8 en 9
Je kan in duo's samenwerken en overleggen

Slide 37 - Tekstslide