BTG 5

Week 39 - lesson 2

  • Grammar

  • Exercises
  • Homework
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Week 39 - lesson 2

  • Grammar

  • Exercises
  • Homework

Slide 1 - Tekstslide

Check homework
  1. past simple / past continuous
  2. past simple / present perfect
  3. quantifiers
  4. word order
  5. future 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de Past Simple in het Nederlands?

Slide 3 - Open vraag

Hoe maak je de Past Simple?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet de Past Continuous in het Nederlands?

Slide 5 - Open vraag

Hoe maak je de Past Continuous?

Slide 6 - Open vraag

Hoe heet de Present Perfect in het Nederlands?

Slide 7 - Open vraag

Hoe maak je de Present Perfect?

Slide 8 - Open vraag

Hoe maak je de Past Perfect?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel vormen van de future zijn er?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de meest zekere vorm van de future?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de meest onzekere vorm van de future?

Slide 12 - Open vraag

Future
1) Will
2) To be going to
3) Present continuous
4 )Present simple

Slide 13 - Tekstslide

1. Will
1. Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit.
2. GEEN bewijs.

Will + hele ww 
                I will do my chores tomorrow, I promise.
Vraagzin I of we? Shall + hele ww
                Shall we be on time?

Slide 14 - Tekstslide

2. To be going to
1. Om aan te geven dat je iets van plan bent in de toekomst.
2. Je verwacht dat iets zal gaan gebeuren.

Am/is/are going to + hele ww

I am going to play soccer tomorrow.
Look at the clouds. I think it is going to rain.

Slide 15 - Tekstslide

3. Present continuous
1. Afspraken gemaakt voor in de toekomst.

Am/is/are + ww + ing

Tomorrow the band is playing in The Arena.
They're getting married next week.

Slide 16 - Tekstslide

4. Present simple
1. Bij roosters en schema's. Openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden, begin- en eindtijden. 

Hele ww / SHIT rule (+s)

The shops close early today.
Our train leaves at 4.13 pm.

Slide 17 - Tekstslide

Geef antwoord op de vragen in de volgende slides.

Slide 18 - Tekstslide

The train to Newcastle .... at 5.12 pm.
A
will depart
B
is going to depart
C
is departing
D
departs

Slide 19 - Quizvraag

We ... to Sharon's party next Saturday.
A
will go
B
are going to go
C
are going
D
go

Slide 20 - Quizvraag

Look at the sky! I think it ...
A
will snow
B
is going to snow
C
is snowing
D
snows

Slide 21 - Quizvraag

Hurry up! The conference ... in 20 minutes.
A
will begin
B
is going to begin
C
is beginning
D
begins

Slide 22 - Quizvraag

I promise I ... the dishes after this episode of Disenchanted.
A
will do
B
am going to do
C
am doing
D
do

Slide 23 - Quizvraag

Word Order
Wie - doet wat - met wie - waar - wanneer

I - am explaining the grammar - to you - in the classroom - right now.
Link to exercises on next slide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Quantifiers
Much: uncountable nouns (milk, marmalade, money, time etc.)

Many: countable nouns (bottles of milk, jars of marmalade, dollars, minutes etc.)

How much money have you got?
How many dollars have you got?

Slide 26 - Tekstslide

Quantifiers
(a) Little: uncountable sounds

(a) Few: countable nouns

He has a little money left.
He has a few dollars left.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Homework
Study these grammar topics in your book:
  1. past simple / past continuous
  2. past simple / present perfect
  3. quantifiers
  4. word order
  5. future 
Study irregular verbs + BU 1 - 5
SO BU:
26th of September

Slide 29 - Tekstslide