AFPG-B-1 Stevigheid en beweging

AFPG-B-1 Stevigheid en beweging
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AFPG-B-1 Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Stevigheid en beweging
Het bewegingsapparaat:
  • Botten / skelet
  • Spieren
  • Botverbindingen / gewrichten

 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke botten
  • Os of O. = bot
  • Os femur = dijbeen
  • Os humerus = opperarmbeen
  • Os sternum = borstbeen
  • Os clavicula = sleutelbeen
  • Os tibia = scheenbeen
  • Os vertebra = wervel

Slide 4 - Tekstslide

Functies van het skelet
  • Ondersteunen van het lichaam
  • Aanhechtingsplaats van spieren
  • Beweging mogelijk maken
  • Bescherming van kwetsbare organen
  • Vorming van bloedcellen
  • Opslag van mineralen

Slide 5 - Tekstslide

Bot
1 epifyse
2 diafyse
3 epifyse
4 gewrichtskraakbeen
5 epifysaire schijf
6 sponsachtig botweefsel
7 compact been
8 mergholte met daarin 9 geel beenmerg

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Indeling van botten
  • Pijpbeenderen: pijpvormig, slanke botten
  • Platte beenderen: breed en lang
  • Korte beenderen: vrij klein, even lang als breed
  • Onregelmatige beenderen: uiteenlopende vormen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Beenverbindingen
Bindweefselverbinding: netwerk van collagene en elastische vezels. Tussen: schedelbeenderen, bekkenhelften
Kraakbeenverbinding: botten zijn verbonden met een stuk kraakbeen. Tussen: ribben en borstbeen, wervels
Gewrichten: 2 botuiteinden die op elkaar aansluiten op de gewrichtsvlakken met een kop en kom. Bijvoorbeeld: schoudergewricht, kniegewricht, ellebooggewricht

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wervelkolom
  • 7 halswervels
  • 12 borstwervels --> verbinding met ribben: ware, valse, zwevende
  • 5 lendewervels
  • heiligbeen (5 wervels, vergroeid)
  • staartbeenwervels (4/5 wervels, vergroeid)
Krommingen:
  • Kyfose: kromming naar achteren: bol   (-anatomie-)
  • Lordose: kromming naar voren: hol   (-anatomie-)
  • Zijwaartse kromming: Scoliose   (-pathologie-)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Bouw van spieren
Spier --> spierbundels --> spiervezels --> spierfibrillen --> actinedraden
en myosinedraden

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Functie van spieren
  • Beweging
  • Handhaving van lichaamshouding
  • Ondersteuning
  • Bescherming
  • Verwarming van het lichaam

 

Slide 23 - Tekstslide

Belangrijke spieren
Musculus of M. = spier
M. biceps brachii = tweehoofdige armspier
M. deltoideus = deltaspier
M. gastrocnemius = kuitspier
M. pectoralis major = grote borstspier
M. gluteus maximus = grote bilspier
M. quadriceps femoris = vierhoofdige strekspier bovenbeen
Motorische banen
Eindplaatje = synaps

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

1. mimische spieren
2. monnikskapspier
3. deltaspier
4. grote borstspier
5. biceps
6. triceps
7. brede rugspier
8. rechte buikspier
9. schuine buikspier
10. voorhoofdige dijspier
11. hamstrings
12. driehoofdige kuitspier

Slide 26 - Tekstslide

Belangrijke spieren
Musculus of M. = spier
M. biceps brachii = tweehoofdige armspier
M. deltoideus = deltaspier
M. gastrocnemius = kuitspier
M. pectoralis major = grote borstspier
M. gluteus maximus = grote bilspier
M. quadriceps femoris = vierhoofdige strekspier bovenbeen

Slide 27 - Tekstslide

7 medische termen, even oefenen
Artritis = gewrichtsontsteking
Contusio = kneuzing
Kyfose = kromming van de wervelkolom, bol naar achteren
M. gluteus maximus = grote bilspier
Os femur = dijbeen
Periost = beenvlies
Vertebrae cervicales = nekwervels

Slide 28 - Tekstslide

7 medische termen, even oefenen
Artritis = 
Contusio = 
Kyfose = 
M. gluteus maximus = 
Os femur = 
Periost = 
Vertebrae cervicales = 

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
  1. Vragen maken uit LWP.
  2. Woorden opzoeken in Quizlet.
  3. Eind van de week: vragen nakijken met antwoordmodel.
  4. Vragen en woorden leren.
  5. Volgende week: 10-vragen-toets over de vragen en docent vraagt naar medisch termen.

Slide 30 - Tekstslide