Spelling H3 - Afsluiting

Spelling - H3 - Koppelteken en weglatingsstreepje
2 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 98 en 99
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Spelling - H3 - Koppelteken en weglatingsstreepje
2 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 98 en 99

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
- Opdrachten H3 Spelling: vragen
- H3 Spelling: herhaling en oefenen
- Leesmomentje
- Spelling H1 werkwoordspelling: zelfstandig starten

Slide 2 - Tekstslide

Spelling H3 Koppelteken en weglatingsstreepje: leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wanneer ik een koppelteken of weglatingsstreepje moet gebruiken.
  • Ik kan een koppelteken of weglatingsstreepje correct gebruiken in teksten die ik schrijf. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
café + restaurant

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
emballage + afdeling

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
minister + president

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
na + apen

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
placebo + effect

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
rij + examen

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
stereo + installatie

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
automonteurs en autoverkopers

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
automonteurs en bromfietsmonteurs

Slide 15 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
binnenland en buitenland

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
bruidsjurken, bruidskapsels en bruidsboeketten

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
eenvoudige toetsen en lastige toetsen

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
hoofdstraten en zijstraten

Slide 19 - Open vraag

Schrijf de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
rode rozen en witte rozen

Slide 20 - Open vraag

H3 Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje
1. Ga naar de online methode. 
2. Kies H3: koppelteken en weglatingsstreepje.
3. Maak opdracht 8.
4. Als je klaar bent ga je lezen in je leesboek.

Slide 21 - Tekstslide

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Bespreking! H3 - Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje
Wat is een koppelteken?
Wanneer gebruik je een koppelteken?
Geef een voorbeeld.
Wat is een weglatingsstreepje?
Wanneer gebruik je een weglatingsstreepje?
Geef een voorbeeld. 

Slide 23 - Tekstslide

Einde H3 Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje
Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

H1 Spelling werkwoorden - gebiedende wijs: leerdoelen
  • Ik kan de gebiedende wijs van een werkwoord maken.
  • Ik kan de gebiedende wijs op de correcte manier spellen.
  • Ik kan een persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en voltooid/onvoltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord op de correcte manier spellen. 
  • Ik kan de regels van de werkwoordspelling uitleggen. 

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk!
1. Ga naar de online methode.
2. Ga naar H1 - Gebiedende wijs: spelling
3. Maak de startopdracht en opdracht 1 t/m 6.
4. Als je klaar bent, ga je lezen in je leesboek. 

Slide 26 - Tekstslide