Medische hulpmiddelen: Wondverzorging hoofdstuk 3

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Wondverzorging

Mechanische wonden worden veroorzaakt door:

1. Inwerking van zuren,basen, chloor en traangas
2. Blikseminslag of stroom
3. Steekwonden, snijwonden of schaafwonden
4. Inwerking van hitte of kou

Wat is Decubitus?

1. Ontsteking van de de huid meestal lokaal of onderliggend weefsel
2. Beschadiging van de huid meestal ter hoogte van botuitsteeksel
3. Wond aan de voet die moeizaam geneest, kan zelf leiden tot amputatie
4. Derdegraads verbranding waarbij opperhuid en lederhuis volledig beschadigd zijn

Voor het beoordelen van een wond wordt het TIME-model gebruikt. TIME staat voor de letters:

1. Tissue, Infection, Moisture, Edge
2. Time, Infection, Moisture, Edge
3. Tissue, Infection, Medication, Edge
4. Time, Infection, Medication, Edge

Een zwarte wond:

1. is een dichte wond, het weefsel is aan het herstellen
2. is geïnfecteerd, de wond moet worden ontsmet
3. bevat pus, dat is zwart geworden door gestold bloed
4. bevat afgestorven weefsel, dit moet worden verwijderd

Bij de behandeling van wonden is vochtige wondbehandeling meestal eerste keus. Is dit juist of onjuist?

Geïmpregneerd gaas voorkomt verkleving aan de wond en heeft een antibacteriële werking

1. Juist
2. Onjuist

wat is een eilandpleister?

1. Absorberende wondpleister die niet kleeft aan de wond
2. Non-Woven kompres met een fijnmazige structuur
3. Non-Woven kompres omgeven door een fixatiepleister
4. Fixatiepleister, zoals bijvoorbeeld leukosilk

Een veelvoorkomend probleem bij wondbehandeling is de geur. Wat kan je adviseren om dat te reduceren?

1. Gebruik verband met hoge absorptiecapaciteit
2. Wondreiniging, zonodig koolstofverband inzetten
3. Inzetten van zilververband dit werkt antibacterieel
4. Gebruik honingverband dit werkt antibacterieel

Wat is een Ulcus Cruris?

1. Oncologische wond
2. Vocht in het been
3. Spataderen
4. Open been

Welke pleister adviseer je om een snijwond te sluiten?

1. Het zwaluwstaartje
2. Textielpleister bijvoorbeeld Leukoplast
3. Non-Woven gaasje met Leukopor
4. Gaasje met Netverband