MS en ALS

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Na deze les weten de studenten wat/hoe:
  • het ziektebeeld MS is
  • voorlichting te geven aan client en naaste 
  • de client te ondersteunen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over MS?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiple Sclerose
Multiple sclerose (MS) is een ziekte van het centrale zenuwstelsel. 
Door ontstekingen raakt de laag om de zenuwen (myeline)  beschadigd. 
Zenuwen komen hierdoor bloot te liggen 

Als het afweersysteem de eigen zenuwcellen aanvalt spreken we van een schub
Hierdoor ontstaan er opeens klachten, wanneer de ontsteking verdwijnt, verdwijnen vaak ook  de klachten. 

De ontstekingen veranderen uiteindelijk in harde plekken in het zenuwstelsel.
Letterlijk betekent multiple sclerose dan ook meervoudige (multiple) littekens (sclerose).

Slide 5 - Tekstslide

n geven minder goed (of helemaal niet) signalen van en naar de hersenen door.
Hierdoor kunnen plotseling verlammings- en uitvalsverschijnselen optreden.
 Daarom wordt MS ook wel een auto-immuunziekte genoemd. Zo’n aanval noem je schub en veroorzaakt een ontsteking. Dit kan binnen een paar dagen tot een paar weken gebeuren
Twee diagnoses: zeker MS en mogelijk MS
Tussen het 20ste en 40ste levensjaar
  •  Er zijn typische MS-klachten en -symptomen 
  • De MRI-scan geeft minstens twee afwijkende plekken aan in hersenen of ruggenmerg
  • Er zijn minstens twee aanval- en verbeterperiodes (schubs)
  • Geen aanval- en verbeterperiodes? Dan is er een jaar lang geleidelijke verslechtering
  • Er mogen geen andere ziekten zijn die de klachten beter kunnen verklaren dan MS

Voldoet men aan alle vijf van deze voorwaarden? 
Dan geeft de arts de diagnose zeker MS. 
Als men deels voldoet, krijg je de diagnose mogelijk MS.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
Klachten bij bewegen:                                         krachtverlies, spasticiteit, krampen, stijfheid, spierpijn
Sensibiliteitsstoornissen:            tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voeten of handen 
Coördinatieklachten:                                                 spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid, tremors
Klachten vanuit de hersenstam:                      zenuwpijn, gevoelsstoornis in het gezicht, dubbelzien
Problemen met het gezichtsvermogen:                                       zenuwontsteking in één of beide ogen
Blaasklachten:                                          toegenomen aandrang, achterblijven van urine, incontinentie
Seksuele problemen:                                                                               libidoverlies, impotentie, genitale pijn
Darmproblemen:                                                                                                                   obstipatie, incontinentie
Vermoeidheid:                                                                                                          moeheid in rust, snel vermoeid
Cognitieve problemen:                                                                   minder goed concentreren en herinneren
Psychologische klachten:                                                                                           stress, depressies, angsten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling MS

  • Medicatie: gericht op rustig houden of bij behandeling van schub 
  • Therapie: FT, ET, PS
  • Inzet MS verpleegkundige
  • Stamcel behandeling (niet in NL, wel in buitenland)

Slide 8 - Tekstslide

Medicatie: gericht op rustig houden verloop of bij behandeling van schub (b.v. interferon, alemtuzumab)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
Op tijd de medicatie in nemen 
Algehele conditie op pijl houden
Lichamelijke verzorging 
Luisteren naar de client hoe het gaat
Verwerkingsproces ondersteunen
Voorlichting geven


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk geslacht komt MS vaker voor?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Multipele sclerose is een progressieve ziekte, wat betekent dat de ziekte goed te genezen is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is MS te genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van ALS?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ALS
ALS staat voor Amyotrofische Laterale Sclerose.
  • Het is is een progressieve zenuw/spierziekte die leidt tot spierzwakte en verlamming.
  • Er bestaat (nog) geen adequate behandeling voor ALS. 
  • Openbaart meestal tussen de 40 en 60 jaar. 
  • Achteruitgang is bij iedere patiënt verschillend 
  • Patiënten overlijden door zwakte van de ademhalingsspieren, gemiddeld drie jaar na de eerste verschijnselen. 
  • Twintig procent van de patiënten leeft langer dan vijf jaar.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je doen?
ALS heeft een multi disciplinaire behandeling
Er zijn speciale ALS teams die patiënten en familie begeleiden tijdens het ziekte proces.
De behandeling is gericht op de verschijnselen en klachten vermindering

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALS team
  • De ergotherapeut adviseert welke hulpmiddelen kunnen worden ingezet 

  • De diëtist geeft voorlichting over voeding. 

  • De fysiotherapeut streeft naar een maximaal gebruik van de spieren. 
  • De logopedist geeft onder meer eet- en slikinstructie zodat verslikken kan worden voorkomen.
  •  Ook kan een maatschappelijk werker of psycholoog worden geconsulteerd.
  •  De huisarts vervult belangrijke rol bij de begeleiding van de persoon met ALS en zijn omgeving.
  • De verpleegkundige is een speciaal opgeleid ALS verpleegkundige en is meestal de case manager 

Slide 20 - Tekstslide

De fysiotherapeut streeft naar een maximaal gebruik van de spieren. Hij kan iemand alternatieve manieren aanleren om bepaalde bewegingen zo lang mogelijk te blijven uitvoeren. Hij verzorgt de begeleiding bij de introductie van hulpmiddelen. 
Is ALS te genezen

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandachtspunten kan jij als helpende bieden bij een client met ALS?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

zijn er nog vragen?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies