§3.2 Water in natte gebieden

§3.2 Water in natte gebieden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Water in natte gebieden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je weet wat een piekafvoer is en wat de gevolgen van een overstroming kunnen zijn.
  2. Je begrijpt waardoor overstromingen kunnen ontstaan.
  3. Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de korte waterkringloop?
A
Zee-verdamping-neerslag-zee
B
Verdamping-neerslag-rivier-zee
C
Zee-verdamping-zee
D
Zee-neerslag-zee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de eerste 3 stappen van de water kringloop
A
Infiltratie verdamping condensatie
B
Verdamping, condensatie, neerlag
C
Condensatie, Neerslag, infiltratie
D
Condensatie, Infiltratie, neerslag

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is grondwater?
A
regen water wat op de grond valt
B
Water wat in de grond is gezakt
C
Water op de bodem van de zee
D
Water op de bodem van een rivier

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waterbalans
Waterbalans: 
Neerslag - verdamping

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterbalans =
A
Hoeveel geld water kost in een gebied.
B
Hoeveel water weegt in een gebied
C
Hoeveel water een gebied inkomt en uitgaat
D
Al het water dat zich in de grond bevindt

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een moesson?
A
Een orkaan
B
Wind vanaf zee die veel regen meebrengt.
C
Vaste wind vanaf zee.
D
Warme wind

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Langs de rivier
  • Piekafvoer: een rivier met een hoge waterstand.
 
  • Hoe ontstaat dit?
  • 1. Veel regen in korte tijd
  • 2. Bossen die gekapt worden. Deze nemen geen water meer op en hun wortels houden de grond niet meer vast.
  • 3. Verstening: minder water kan de bodem intrekken 



Slide 10 - Tekstslide

Piekafvoer: als een rivier in een korte periode heel veel water moet afvoeren.
Regiem: het verschil in de waterafvoer van een rivier. (bijv. zomer, winter) 


Meer regen en minder natuur zorgen er samen voor dat rivieren een hogere waterstand krijgen. Als er dijken zijn, dan zullen die moeten worden verhoogd. Zijn er geen dijken, dan zal de waterstand in de rivier hoger worden. De rivier wordt dan breder en er is sprake van een overstroming. Bij een overstroming zet de rivier slib af. Daardoor wordt het land vruchtbaar. 
Ontbossing: bomen worden gekapt. Hierdoor wordt er minder water opgenomen door de wortels in de grond--> meer water in rivier. 
Het stroomgebied van een rivier
De verschillen tussen de Rijn (gemengde rivier) en Maas (regenrivier) worden goed zichtbaar als je de afvoer in m3/sec in een grafiek laat zien. 
Debiet
Debiet: De hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt (uitgedrukt in m³ per seconde).
Piekafvoer (grootste hoeveelheid water afvoer) = in het voorjaar en winter door het wegsmelten van sneeuw en neerslag. 
Piekafvoer vooral in de wintermaanden - het vallen van grotere hoeveelheden neerslag. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orkanen
Klimaatverandering kan  orkanen veroorzaken.

Samen met hevige neerslag kan dit veel schade aanrichten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
- Maken: 3.2 opdrachten 1 t/m 6 op It's learning.
- In stilte!
- Tijd: 15 min.

- Klaar? Lees par. 3.3. in je werkboek. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies