11.3 Zwanger worden
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Goed of fout?
Goed
Fout
Bij het rijpen neemt een eicel vocht met voedingsstoffen op.
Als het blaasje om de eicel knapt, vindt de eisprong plaats.
Na de eisprong zit de eicel in de eierstok.
Een ander woord voor eisprong is ovulatie.
Er rijpt iedere maand een eicel.
Slide 3 - Sleepvraag
Hoelang duurt de menstruatiecyclus van een meisje?
Hoe lang duurt de menstruatie van een meisje?
Hoe lang duurt de menstruatie van een meisje?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is dit voorbehoedsmiddel?
A
Vrouwencondoom
B
Nuva
C
Spiraaltje
D
Condoom
Slide 11 - Quizvraag
Welk voorbehoedsmiddel is dit?
A
prikpil
B
hormoonstaafje
C
spiraaltje
D
nuvaring
Slide 12 - Quizvraag
een vrouw kan zwanger worden
A
14 dagen na de 1e dag van de menstruatie
B
tijdens de menstruatie
C
28 dagen na de menstruatie
D
7 dagen na de menstruatie
Slide 13 - Quizvraag
Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Prikpil
B
Condoom
C
Nuvaring
D
De pil
Slide 14 - Quizvraag
Waar vindt de bevruchting bij mensen precies plaats?
A
in de eileider
B
in de eierstokken
C
in de baarmoeder
D
In de vagina
Slide 15 - Quizvraag
Vrouwen die ongewenst zwanger zijn, kunnen hun zwangerschap laten afbreken.
Tess is 11 weken zwanger, de zwangerschap is niet gewenst. Op welke manier of welke manieren kan ze de zwangerschap laten afbreken?
Tess is 11 weken zwanger, de zwangerschap is niet gewenst. Op welke manier of welke manieren kan ze de zwangerschap laten afbreken?
A
Morning-afterpil;
B
abortuspil;
C
zuigcurettage;
D
late abortus
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het meest betrouwbaar om niet zwanger te worden
A
Steralisatie
B
De pil
C
periodieke onthouding
D
Condoom
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer ben je zwanger?
A
Als de eisprong is geweest
B
Als de bevruchte eicel is ingenesteld
C
Als de eicel en zaadcel samen zijn samengesmolten
D
Als de zaadcel de eicel heeft bevrucht
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een voorbehoedsmiddel?
A
Wanneer een man en een vrouw een kind willen.
B
Wanneer een man en een vrouw geen kind willen.
C
Wanneer een man of vrouw verkouden is.
D
Wanneer het regent.
