(P3) Les 7: Herhaling Arm en Rijk, Bronnen van Energie & Grenzen en Identiteit
1 / 25
Lesduur is: 70 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
De welvaart in een land wordt vaak gemeten aan de hand van economische indicatoren zoals het bnp per hoofd van de bevolking. Toch geeft dit niet altijd een compleet beeld van de werkelijke levensomstandigheden.
Welke van onderstaande indicatoren geeft een beter beeld van zowel de economische als sociale ontwikkeling in een land?
Welke van onderstaande indicatoren geeft een beter beeld van zowel de economische als sociale ontwikkeling in een land?
A
de bevolkingsdichtheid
B
de human development index (HDI)
C
de gemiddelde woningprijs
D
het aantal auto's per huishouden
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In een Lorenz-curve wordt weergegeven hoe het inkomen verdeeld is onder de bevolking van een land. De curve laat zien hoe gelijk of ongelijk het inkomen is verdeeld.
Wat betekent het als de Lorenz-curve verder van de diagonaal af ligt?
Wat betekent het als de Lorenz-curve verder van de diagonaal af ligt?
A
Er is meer werkloosheid
B
Het gemiddelde inkomen is gedaald
C
De inkomens zijn meer gelijk verdeeld
D
De inkomens zijn ongelijker verdeeld
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het demografisch transitiemodel beschrijft de overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers in vier fasen.
In welke fase van het demografisch transitiemodel daalt de sterfte, terwijl de geboorte nog hoog blijft?
In welke fase van het demografisch transitiemodel daalt de sterfte, terwijl de geboorte nog hoog blijft?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In Nederland zijn er duidelijke verschillen in welvaart en welzijn tussen regio’s. Dit komt onder andere door verschillen in opleidingsniveau, werkgelegenheid en migratieachtergrond.
Wat is een gevolg van deze ongelijkheid in Nederland?
Wat is een gevolg van deze ongelijkheid in Nederland?
A
Meer toerisme in het westen van Nederland
B
Hogere woningprijzen in landelijke gebieden
C
Concentratie van armoede in bepaalde wijken
D
Minder verschil tussen stedelijke en landelijke gebieden
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In veel steden zie je verschillen in welvaart en welzijn tussen wijken. In achterstandswijken wonen relatief veel mensen met lage inkomens en minder kansen.
Wat draagt bij aan sociale ongelijkheid in de stad?
Wat draagt bij aan sociale ongelijkheid in de stad?
A
De aanwezigheid van veel bedrijven
B
Ongelijke toegang tot onderwijs en werk
C
De bouw van nieuwe winkelcentra
D
Het aanbod van openbaar vervoer
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Steden zijn opgebouwd uit verschillende zones zoals het stadscentrum, woonwijken en bedrijventerreinen.
Wat hoort meestal bij de binnenstad van een stad?
Wat hoort meestal bij de binnenstad van een stad?
A
Oude gebouwen en winkels
B
Uitgestrekte vinex-wijken
C
Grootschalige landbouwgebieden
D
Slaapwijken met veel hoogbouw
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een buurtprofiel geeft informatie over de bewoners en de leefomgeving van een wijk. Hiermee kun je de leefbaarheid van een wijk analyseren.
Wat wordt er niet meegenomen in een buurtprofiel?
Wat wordt er niet meegenomen in een buurtprofiel?
A
Leefbaarheid
B
Woonomgeving
C
Inkomensverdeling
D
Flora en Fauna
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In veel steden is stadsvernieuwing nodig om leefbaarheid te verbeteren. Een maatregel is sloop en nieuwbouw van woningen.
Wat is een voordeel van sloop en nieuwbouw in achterstandswijken?
Wat is een voordeel van sloop en nieuwbouw in achterstandswijken?
A
De woningnood neemt toe
B
Er ontstaat meer leegstand
C
De kwaliteit van de woningen verbetert
D
Bewoners worden langdurig verplaatst
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Human Development Index (HDI) is een maat voor ontwikkeling van landen. De HDI kijkt onder andere naar gezondheid, scholing en inkomen.
Wat hoort niet bij de onderdelen van de HDI?
Wat hoort niet bij de onderdelen van de HDI?
A
Aantal auto's per 1000 inwoners
B
Levensverwachting
C
Opleidingsduur
D
Inkomen per hoofd van de bevolking
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het buurtprofiel wordt vaak gebruikt door beleidsmakers om maatregelen te nemen in wijken.
Welke maatregel past het beste bij een wijk met lage leefbaarheid en hoge werkloosheid?
Welke maatregel past het beste bij een wijk met lage leefbaarheid en hoge werkloosheid?
A
Meer parkeerplaatsen aanleggen
B
Investeren in scholing en werkgelegenheid
C
Nieuwe recreatiegebieden bouwen
D
Fietspaden verbeteren
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.
Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.
Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online
Slide 23 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slide 25 - Tekstslide
Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
