@Forum 17 2

Neue Kontakte flex

Ein Bild gemalt von meiner Tochter
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Neue Kontakte flex

Ein Bild gemalt von meiner Tochter

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planung der Stunde (normal)

1  Anwesend?      +   wichtige informationen Klassenarbeit  Woche 20 und 21!
                                          wenn wir wieder alle zur Schule gehen => Woche 21.
2 Hörverstehen (+Fragen)
3 Grammatik
4 Klassenarbeit, was und wann?
5 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback und eure Fragen)



        




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hörverstehen
Nur 5:40 Minuten.
https://www.wdrmaus.de/filme/sachgeschichten/spinnennetz.php5
Fragen:
1] Waar komt deze spin voor?
2] Wat betekent: Sie klettert nach unten?
3] Hoe wordt het ding genoemd waar het spinnendraad uit komt?
4] Wieviel Beinen hat eine Spinne?
5] Waarom blijft de spin niet aan haar eigen web vastplakken?



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1] Waar komt deze spin voor?
A
In Nederland.
B
In Europa.
C
In de woestijn.
D
In de tropen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2] Wat betekent: Sie klettert nach unten?
A
ze klimt naar boven
B
ze klimt naar beneden
C
ze klimt naar links
D
ze klimt naar rechts

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3] Hoe wordt het ding genoemd waar het spinnendraad uit komt?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4] Wieviel Beinen hat eine Spinne?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5] Waarom blijft de spin niet aan haar eigen web vastplakken?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3 Grammatik
Het vervoegen van de 

regelmatige
zwakke
werkwoorden

N(ormaal) en S(-klank) en T(-klank)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zwak of regelmatig werkwoord? (Hoe weet je dat?)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden+ uitgang
NL
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij(mv)/u
DE
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
uitgang
stam
stam + t
stam + t

stam + en
stam + en
stam + en

ge +stam + t/d
N(ormaal)
uitgang
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
S-klank
uitgang
stam + e
stam + t
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
T-klank
uitgang
stam + e
stam + est
stam + et

stam + en
stam + t
stam + en
              ge + stam + t        ge + stam + t        ge+stam+et

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FE
FE                 E                   T                   T                                                   EN               T                   EN
FE                 E                EST                ET                                                    EN            ET                  EN

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: wohnen (wonen)
ich          wohn

du           wohn

er/sie/es wohn

wir          wohn

ihr           wohn

sie/Sie    wohn
e
st
t
en
en
t

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste uitgang naar de juiste plek:
werkwoord: sausen (zakken voor diploma/heel snel)
ich          saus

du           saus

er/sie/es saus

wir          saus

ihr           saus

sie/Sie    saus
e
st
t
en
en
t
t

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

WW met T-stam.
Bij welke persoonsvorm komt een extra e tussen de stam en de uitgang?
stam + e + uitgang N
stam  + uitgang N
sie (mv)
wir
ich
du
er sie
es man
ihr
Sie

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je de uitleg van de regelmatige werkwoorden N
A
Ja
B
Nein
C
Jein
D
Bitte noch einmal erklären.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je de uitleg van de regelmatige werkwoorden S-klank
A
Ja
B
Nein
C
Jein
D
Bitte noch einmal erklären.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je de uitleg van de regelmatige werkwoorden T-Klank
A
Ja
B
Nein
C
Jein
D
Bitte noch einmal erklären.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 Klassenarbeit
Schwache Verben-Prüfung Periode 4:
              N(ormaal) + S(-klank) + T(-klank)

Geplant: nach dem Urlaub in Woche 20 und 21

(Als niets gewijzigd wordt  aan het lesrooster zal de toets beide keren op vrijdag afgenomen worden.)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 Ende der Stunde
Fragen zum Schluss.

Slide 21 - Tekstslide

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen
Weet je wat je moet kennen en kunnen voor de toets na de vakantie?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je waar je de informatie kunt vinden voor de toets?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je tevreden met wat je deze les gedaan hebt?
A
Ja
B
Nein
C
Jein
D
Solala

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bedankt voor jullie aandacht!
Herzlichen Dank für eure Andacht!

Tot de volgende keer.
Bis zum nächsten Mal.

Vragen via de mail.
Fragen, sende eine E-Mail.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies