Formuleren - Zinnen correct begrenzen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Formuleren 

Zinnen correct begrenzen

Wat gaan we doen?

Boek lezen	10 min
Zinnen correct begrenzen	15 min
Opdrachten	20 min
Napraten	5 min

Na deze les:

* Weet je waarom leestekens belangrijk zijn

* kun je zelf leestekens gebruiken om zinnen correct te begrenzen

* Weet je wat voegwoorden zijn en kun je ze herkennen en gebruiken

Lekker lezen!

• Je leest stil in je boek
• Geen boek bij je?
• Dan krijg je iets te lezen     van mij

(en je mag vanmiddag nog even extra komen lezen)

Jullie krijgen rode blaadjes

Als je een antwoord niet weet, steek je je rode blaadje omhoog

Ik weet wat een persoonsvorm is

(en ik kan het ook uitleggen)

Ik weet hoe ik de persoonsvorm kan herkennen

Ik weet wat een zinsdeel is

(en ik kan het ook uitleggen)

Ik kan zinsdelen herkennen of vinden

Geen rood kaartje opgestoken?

Dan mag je na de uitleg over het begrenzen van zinnen meteen aan de slag.

Wel een rood kaartje opgestoken? 

Dan doen we zo nog een rondje extra uitleg.

Maar eerst...

"Hans," zei Grietje, "zal ik met dit mooie weer mijn rokje aantrekken?"

of

Hans zei: "Grietje, zal ik met dit mooie weer mijn rokje aantrekken?"

Kortom: leestekens zijn belangrijk!

Welk teken waar?

Punt: achter een gewone zin

Vraagteken: achter een vragende zin

Komma: tussen twee persoonsvormen

                   voor de meeste voegwoorden (maar niet en en of)

Groep geen rode kaartjes

Aan de slag

Werkboek pagina 230

Opdracht 1, 2, 3, 4, 6

Groep wel rode kaartjes

Kom even bij elkaar zitten

Herhaling persoonsvorm/zinsdelen

We spreken samen af welke opdrachten je maakt