5V H7_5 Spiegelbeeldisomerie

Het kan lastig zijn om te herkennen of er spiegelbeeldisomerie mogelijk is bij moleculen. Dit trucje kan uitkomst bieden: ga op zoek naar een C-atoom waar vier verschillende (groepen van) atomen aan gebonden zijn. Dit noemen we een asymmetrisch C-atoom. Geef dit C-atoom in de structuurformule aan met een sterretje *.
Als er een asymmetrisch C-atoom is, is spiegelbeeldisomerie mogelijk. Dat wil zeggen: het spiegelbeeld van het molecuul is niet identiek aan het origineel, maar is een isomeer van het origineel, het zogenaamde spiegelbeeldisomeer.
Ruimtelijke structuur speelt ook een belangrijke rol bij isomerie. Je kent al de structuurisomerie: dezelfde molecuulformule, maar de atomen zitten in een andere volgorde aan elkaar verbonden. Bv.: propaan-1-ol en propaan-2-ol.
Het kan ook zijn dat verschillende moleculen dezelfde molecuulformule hebben én dat de atomen in dezelfde volgorde aan elkaar verbonden zijn (zeg maar "dezelfde structuurformule"). Toch verschillen ze in ruimtelijke bouw.
We noemen dit stereoisomerie. De eerste vorm van stereo-isomerie was cis-transisomerie. We gaan nu kijken naar de tweede vorm van stereoisomerie: spiegelbeeldisomerie.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het kan lastig zijn om te herkennen of er spiegelbeeldisomerie mogelijk is bij moleculen. Dit trucje kan uitkomst bieden: ga op zoek naar een C-atoom waar vier verschillende (groepen van) atomen aan gebonden zijn. Dit noemen we een asymmetrisch C-atoom. Geef dit C-atoom in de structuurformule aan met een sterretje *.
Als er een asymmetrisch C-atoom is, is spiegelbeeldisomerie mogelijk. Dat wil zeggen: het spiegelbeeld van het molecuul is niet identiek aan het origineel, maar is een isomeer van het origineel, het zogenaamde spiegelbeeldisomeer.
Ruimtelijke structuur speelt ook een belangrijke rol bij isomerie. Je kent al de structuurisomerie: dezelfde molecuulformule, maar de atomen zitten in een andere volgorde aan elkaar verbonden. Bv.: propaan-1-ol en propaan-2-ol.
Het kan ook zijn dat verschillende moleculen dezelfde molecuulformule hebben én dat de atomen in dezelfde volgorde aan elkaar verbonden zijn (zeg maar "dezelfde structuurformule"). Toch verschillen ze in ruimtelijke bouw.
We noemen dit stereoisomerie. De eerste vorm van stereo-isomerie was cis-transisomerie. We gaan nu kijken naar de tweede vorm van stereoisomerie: spiegelbeeldisomerie.

Slide 1 - Tekstslide

Deze twee moleculen zijn elkaars spiegelbeeld (de lijn in het midden is een denkbeeldige, uitwendige (!!) spiegel). De twee moleculen lijken sterk op elkaar, maar de ruimtelijke bouw is wel degelijk verschillend! 
Hier zie je weer dezelfde twee moleculen. Molecuul 2 is nu 180 graden om zijn verticale as gedraaid, zodat de Br-C-H binding overeenkomt met molecuul 1. Maar je ziet het verschil met molecuul 1 aan de ruimtelijke oriëntatie van de F- en Cl-atomen. Er is sprake van spiegelbeeldisomerie.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel asymmetrische
C-atomen heeft het weergegeven molecuul?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 3 - Quizvraag

Het kan lastig zijn om te herkennen of er spiegelbeeldisomerie mogelijk is bij moleculen. Dit trucje kan uitkomst bieden: ga op zoek naar een C-atoom waar vier verschillende (groepen van) atomen aan gebonden zijn. Dit noemen we een asymmetrisch C-atoom. Men geeft dit C-atoom in de structuurformule aan met een sterretje *.
Als er een asymmetrisch C-atoom is, is spiegelbeeldisomerie mogelijk. Dat wil zeggen: het spiegelbeeld van het molecuul is niet identiek aan het origineel, maar is een isomeer van het origineel, het zogenaamde spiegelbeeldisomeer.

Slide 4 - Tekstslide

Welk C-atoom in het weergegeven molecuul is asymmetrisch?
A
C-atoom nummer 1
B
C-atoom nummer 2
C
C-atoom nummer 3
D
C-atoom nummer 4

Slide 5 - Quizvraag

Symmetrische figuren hebben één of meerdere inwendige spiegelvlakken
De helft aan de ene kant van het spiegelvlak is het spiegelbeeld van de andere 
helft. Ga maar na aan de hand van bovenstaande symmetrische figuren.
Spiegelbeeldisomerie kun je, behalve met asymmetrische C-atomen, 
ook op een andere manier ontdekken: het treedt op als een molecuul 
geen inwendig spiegelvlak heeft.  Dit is het geval bij de moleculen rechtsboven:
het linkermolecuul is het spiegelbeeld van het rechtermolecuul.
Het molecuul heeft geen inwendig spiegelvlak (zie rechtsonder,
voorbeeld met andere letters). Dus dit spiegelbeeld is niet identiek aan
het origineel, en dus het spiegelbeeldisomeer van het origineel.

(Controle: het centrale C-atoom is inderdaad asymmetrisch, want A ≠ B ≠ D ≠ E)


Slide 6 - Tekstslide

Zijn de twee hiernaast weergegeven moleculen elkaars spiegelbeeld (en dus verschillende moleculen) of niet (en dus dezelfde moleculen)?
A
ja, ze zijn elkaars spiegelbeeld, want er is geen inwendig spiegelvlak
B
ja, ze zijn elkaars spiegelbeeld, want er is een inwendig spiegelvlak
C
nee, ze zijn hetzelfde, want er is geen inwendig spiegelvlak
D
nee, ze zijn hetzelfde, want er is een inwendig spiegelvlak

Slide 7 - Quizvraag

Deze twee moleculen zijn identiek, want er is een inwendig spiegelvlak (rood) wat de moleculen symmetrisch maakt. Als je het rechtermolecuul 180 graden om zijn verticale as draait en vervolgens 180 graden om zijn horizontale as draait, kun je het rechtermolecuul precies op het linkermolecuul leggen en zal je zien dat ze precies hetzelfde zijn. Het zijn dus géén spiegelbeeldisomeren, maar eigenlijk één molecuul.

Slide 8 - Tekstslide

Het maximale aantal stereoisomeren (incl. cis/trans en spiegelbeeld) = 2n, waarin n = aantal asymmetrische C-atomen. Wijnsteenzuur heeft twee asymmetrische C-atomen, dus maximaal 4 stereoisomeren. Er zijn geen starre bindingen, dus hier geen cis/trans isomeren. Er is echter een inwendig spiegelvlak bij isomeer 3, dus die heeft geen spiegelbeeldisomeer. Er zijn hier in totaal 3 stereoisomeren.

Slide 9 - Tekstslide

Ook bij cycloverbindingen kan sprake zijn van spiegelbeeldisomerie. Kijk naar bovenstaand voorbeeld van 1,2-dichloorcyclopropaan. Er zijn 2 asymmetrische C-atomen, dus maximaal 4 stereoisomeren. Er is een starre binding (ringstructuur) met twee C-atomen die twee verschillende (groepen van) atomen gebonden hebben. Er is dus cis/trans-isomerie. De cis-isomeer heeft een inwendig spiegelvlak, dus geen spiegelbeeldisomerie. Van de trans-isomeren bestaan twee spiegelbeeldisomeren. Totaal 3 stereoisomeren.

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel stereoisomeren zijn er van:
2-chloorcyclobutanol
(teken eerst structuurformule...)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag