week 3 les 2 werkwoorden en herhaling gustar

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • los deberes --> leerdoel werkwoorden
  • repetir --> leerdoel gustar
Jueves, 21 de enero
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • los deberes --> leerdoel werkwoorden
  • repetir --> leerdoel gustar
Jueves, 21 de enero

Slide 1 - Tekstslide

trabajar, él

Slide 2 - Open vraag

comer, nosotros

Slide 3 - Open vraag

vivir, vosotros

Slide 4 - Open vraag

escribir, tú

Slide 5 - Open vraag

tener, yo

Slide 6 - Open vraag

beber, Paco y Pepe

Slide 7 - Open vraag

estar, yo

Slide 8 - Open vraag

hablar, Carmen

Slide 9 - Open vraag

estar, nosotros

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

tarea 3.5

Slide 12 - Tekstslide

LA: pág. 35

Slide 13 - Tekstslide

uitwerkingen
A. 
1. tienes
2. tengo
3. tiene
4. tenéis
5. tenemos
6. tiene
LA: pág. 35ej. 7
1. e
2. d
3. b
4. c
5. a 
LA: pág. 35 ej. 8
estudia (estudiar)
habla (hablar)
canta (cantar)
escucha (escuchar)
estudia (estudiar)
viaja (viajar)
pasean (pasear)
visitan (visitar)

Slide 14 - Tekstslide

gustar - herhaling
(A mí) me gusta el libro de Harry Potter.
(A mí) me gusta bailar.
(A mí) me gustan los perros.
¿(A tí) te gusta el cine?
¿(A tí) te gusta cantar?
¿(A tí) te gustan los gatos?
gusta + zelfstandig naamwoord enkelvoud
gusta + werkwoord
gustan + zelfstandig naamwoord meervoud
Om aan te geven wie het leuk vindt gebruik je: 
me (als ik het leuk vind)
te (als jij het leuk vindt)

Slide 15 - Tekstslide

even oefenen....
  1. ¿A tí ................................. bailar salsa?
  2. No, a mí no ........................... bailar.
  3. A mí ......................... cantar.
  4. ¿A tí ......................... las hamburguesas?
  5. A mí ......................... la paella.
  6. A mí ......................... los libros de ciencia ficción

Slide 16 - Tekstslide

even oefenen....
  1. ¿A tí ......te gusta...... bailar salsa?
  2. No, a mí no ......me gusta........ bailar.
  3. A mí .......me gusta....... cantar.
  4. ¿A tí .......te gustan...... las hamburguesas?
  5. A mí .......me gusta........ la paella.
  6. A mí .......me gustan...... los libros de ciencia ficción

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Los deberes
Voor dinsdag 26 januari
  • leren de regelmatige werkwoorden, tener en estar
  • In je module op pagina 37 staat uitgelegd hoe je online kunt oefenen met de werkwoorden.
  • maken uit je LE ej. 2.1, 2.2, 2.4 (als je niet in kunt loggen vind je de oefeningen in de volgende dia's. Ej. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten uit je LE
Maak de volgende opdrachten in je schrift.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide