H09 - PROCENTEN - les 1

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Doel van de les:
Je kent de betekenis en schrijfwijze van procenten.

Je ziet het verband tussen eenvoudige percentages en de bijbehorende breuk.

Je kunt eenvoudige percentages (10%, 20%, 25% en 50%) als een breuk schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
Procenten kom je overal tegen.
Je herkent procenten aan het procentteken: %




les 1
Een getal met een procentteken erachter noem je een percentage.

60% is bijvoorbeeld een percentage.
Je spreekt 60% uit als 60 procent.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
100% is het totaal of het geheel.
Andere woorden voor 100% zijn: alles, iedereen en helemaal

Slide 5 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
0% is niets.
Andere woorden voor 0% zijn: niks, geen en niemand.


Slide 6 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
50% is de helft.
Een ander woord voor 50% is een halve.


Slide 7 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
25% is een kwart.


Een kwart van de
kaarten is verkocht.
75% is driekwart.


Een driekwart van de
kaarten is verkocht.

Slide 8 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Deze mayonaise bestaat voor
driekwart uit olie.

Slide 9 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Een percentage is een deel van een totaal.
Het totaal is 100%.

Als je weet hoeveel procent een deel van een totaal is, kun je uitrekenen hoeveel procent het andere deel is.

Slide 10 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Hoeveel procent van de baby’s is een meisje?

60% van de baby’s is een jongen.
Het andere deel is dus een meisje.

Slide 11 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
60% van de baby’s is een jongen.
Het andere deel is dus een meisje.

Je vult 60% aan tot 100%. (alle baby’s)

60% + 40% = 100%. (alle baby’s)
40% van de baby’s is een meisje.

Slide 12 - Tekstslide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
les 1
opdracht 1 blz. 47 tot en met 
opdracht 9 blz. 54


WAT?
KLAAR?

Slide 13 - Tekstslide