Voeding BSM

1 / 39

Slide 1: Tekstslide

VoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

BSM Hoofdstuk Voeding

Functies van voeding

Gezonde voeding

Voedingsgewoontes

Slide 2 - Tekstslide

Voeding

Functies van voeding

Gezonde voeding

Voedingsgewoontes

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

Na deze les...:

...kun je de functies van eten benoemen
...ken je de voedingsstoffen en hun functie
...weet je hoe overgewicht ontstaat
...ken je de functie van de schijf van vijf

Slide 4 - Tekstslide

Waarom eten we?

Fysiologische functie
Sociale functie

Slide 5 - Tekstslide

Fysiologische functie

Leveren van energie

Opbouw en herstel van weefsel

Regelen van lichaamsprocessen

Slide 6 - Tekstslide

Fysiologische functie

Leveren van energie

Opbouw en herstel van weefsel

Regelen van lichaamsprocessen

Energieleverende stoffen

Bouwstoffen

Regulerende stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Sociale functie

Slide 8 - Tekstslide

Voeding

Alle eet- en drinkwaren die we consumeren bevatten voedingsstoffen

Slide 9 - Tekstslide

Welke voedingstoffen kennen jullie?

Slide 10 - Woordweb

Voedingsstoffen

Vetten

Koolhydraten

Eiwitten

Water

Mineralen

Vitamines

Slide 11 - Tekstslide

Wat weten jullie over vetten?

Slide 12 - Woordweb

Vetten

Energieleverancier (namelijk 9kcal per gram)
Bescherming tegen kou
Drager van vitamines (K, A, D en E)

Zorgt ook voor een goede smaak van een product

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende soorten vet

Verzadigd vet (Verkeerd)

Onverzadigd vet (Oké)

Cholesterol

Transvetten

Slide 14 - Tekstslide

Plantaardig vet

Dierlijk vet

Slide 15 - Tekstslide

Wat weten jullie over koolhydraten?

Slide 16 - Woordweb

Voedingsvezels

Koolhydraten

Energieleverancier(4 kcal per gram)

Te verdelen in:

Suikers
Zetmeel
Voedingsvezels

Slide 17 - Tekstslide

Wat weten jullie over eiwitten?

Slide 18 - Woordweb

Eiwitten

Bouwstof

Regelende stof

Energieleverancier
(4kcal per gram)

Slide 19 - Tekstslide

Wat weten jullie over water?

Slide 20 - Woordweb

Water

Bouwstof

Oplosmiddel

Transportmiddel

Afvoer

Gemiddeld heeft een mens 1½ tot 2 liter water per dag nodig

Slide 21 - Tekstslide

Wat weten jullie over vitamines en mineralen?

Slide 22 - Woordweb

Vitamines en mineralen

Het woord vitamine komt van het Latijnse woord 'vita' wat 'leven' betekent en 'amine'.

Regulerende stoffen die belangrijk zijn in veel processen in ons lichaam

Een voorbeeld van een mineraal is: calcium, dit komt

vooral voor in zuivelproducten zoals melk en kaas.

Slide 23 - Tekstslide

Beta-caroteen Lichaam zet dit om in vitamine A

Vitamine A O.a. voor de ogen en tegen nachtblindheid

Vitamine D Voor de botten en de tanden

Vitamine B1 Prikkeloverdracht

Vitamine B6 Afbraak/opbouw eiwitten en vetten

Vitamine B12 Opbouw/instandhouding zenuwstelsel/ hersenen, celdeling, voorkomt hart en vaatziekten

Vitamine C Voor onze weerstand en immuunsysteem

Vitamine E Aanmaak van rode bloedcellen en het in stand houden van spier- en andere weefsels

Vitamine K Bloedstolling, maar ook voor de botstofwisseling

Slide 24 - Tekstslide

Schijf van vijf

Slide 25 - Tekstslide

Welke twee factoren spelen een rol bij de ontwikkeling van overgewicht?

Slide 26 - Open vraag

Overgewicht

Vaak de oorzaak:

Veel eten, weinig beweging

Te veel verzadigde vetten,
zout, teveel ‘lege’ calorieën en suiker

Te weinig: voedingsvezels, vis,

groenten en fruit

Slide 27 - Tekstslide

Overgewicht

> Kan leiden tot gezondheidsrisico's

• Suikerziekte (diabetes)

• Hart- en vaatziekten

• Hoge bloeddruk

Gezond gewicht: berekenen van BMI

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het?

De Schijf van Vijf is een hulpmiddel dat in Nederland wordt gebruikt als regel voor

goede en gezonde voeding.

Elk vak staat voor een bepaalde productgroep

Slide 29 - Tekstslide

Wie weet de regels van de schijf van 5?

Slide 30 - Woordweb

1. Eet gevarieerd. Er is geen voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen in voldoende mate bevat. Alleen wanneer je gevarieerd eet, krijg je de verschillende stoffen binnen die nodig zijn.

Slide 31 - Tekstslide

2. Eet niet te veel. Om op een gezond gewicht te blijven, is het belangrijk gevarieerd en gezond te eten met niet te veel calorieën en veel te bewegen. (½ punt)

Slide 32 - Tekstslide

3. Eet zo min mogelijk verzadigde vetten. Door het gebruik van verzadigd vet te beperken wordt de kans op hart- en vaatziekten kleiner. Vet is wel nodig als bron van onverzadigde vetzuren, vitamine A, D en E en energie. (½ punt)

Slide 33 - Tekstslide

4. Eet veel groente, fruit en brood. Een gezonde voeding bevat ruime porties groente, fruit en brood. Groente, fruit en brood zijn vezelrijke voedingsmiddelen die in verhouding tot hun volume en gewicht weinig calorieën en veel voedingsstoffen leveren

Slide 34 - Tekstslide

5. Eet veilig. In voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Met het nemen van een aantal eenvoudige maatregelen kan de kans op besmetting en ziekte, bijvoorbeeld het risico van een voedselinfectie of -vergiftiging, worden verkleind of voorkomen.

Slide 35 - Tekstslide