§6.3

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer de melkkoeien buiten komen staan ze vaak op eentonige weilanden te grazen. Waar is dit een voorbeeld van?
A
monocultuur
B
intensieve akkerbouw
C
intensieve veeteelt en intensieve akkerbouw
D
monocultuur en intensieve veeteelt

Slide 3 - Quizvraag

Met welke maatregelen kan een melkboer de productie verhogen? Zet een vinkje bij de goede antwoorden.
Weidegang beperken
Krachtvoer geven
Pasgeboren kalfje bij de koe weghalen

Slide 4 - Sleepvraag

Een gemengd bedrijf heeft zowel akkerbouw als veeteelt. Welke invloed heeft dit op het gebruik van kunstmest door het bedrijf?
A
Het bedrijf gebruikt minder kunstmest omdat het de mest van de eigen veestapel kan gebruiken voor de akkerbouw.
B
Het bedrijf gebruikt evenveel kunstmest omdat de akkerbouw een monocultuur is en er dus veel mest nodig is.
C
Het bedrijf gebruikt meer kunstmest omdat voor zowel de akkerbouw als voor de veeteelt kunstmest nodig is.

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt aan vee gegeven om ze extra te laten groeien, behalve weinig bewegingsruimte?
A
proteïnedrank
B
krachtvoer
C
proteïnedrank en krachtvoer
D
groeihormonen

Slide 6 - Quizvraag

Het woord 'gewasbeschermingsmiddelen' klinkt vriendelijk, maar het gaat hier eigenlijk gewoon om gifstoffen. Wat zijn andere woorden voor gewasbeschemringsmiddelen? Zet het vinkje erbij.
Pesticide
Onkruidverdelger
Bestrijdingsmiddel
Biocide
Herbicide

Slide 7 - Sleepvraag


Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moet aan 2 regels voldoen:
- Het moet selectief zijn
- Het moet biologische afbreekbaar zijn.
Leg met behulp van het plaatje hiernaast uit waarom het zo belangrijk is dat het afbreekbaar is.

Slide 8 - Open vraag


Door overbemesting kan er in een sloot 'bloei' ontstaan (zie afbeelding). In een korte tijd groeit de sloot helemaal dicht met algen. Het uiteindelijke gevolg is dat er minder zuurstof in de sloot komt. Leg uit hoe dit komt.

Slide 9 - Open vraag

Sleep de juiste cel naar de voedselkringloop.
herhaling hst 1
consumenten
reducenten
producenten
afvaleters

Slide 10 - Sleepvraag

Combineer de juiste rijken met de juiste celtypen 
1
2
3
4

Slide 11 - Sleepvraag

Je moet goed weten welk onderdeel er in welke cel wel en niet voorkomt. Vul het schema voor jezelf in.

Slide 12 - Tekstslide

Lezen: blz 181 - 191

Slide 14 - Tekstslide

Bron 2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bron 5

Slide 17 - Tekstslide

Bron 9

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bron 10

Slide 20 - Tekstslide

Bron 12 Bron 13

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Les dinsdag 17 juni:
Maken Lessonup 6.3

  • Neem de paragraaf goed door.
Vragen 6.3: 4-5-9-10-12-14-16-18-20
Daarna herhalingsLessonUp 1.6 - 2.3

Slide 23 - Tekstslide