hv 3.1: Europa natuurkundig

poster
– Je kent de ligging van klimaatgebieden in Europa.
– Je kent de kenmerken van het Cf-klimaat en het Cs-klimaat.
– Je weet waar in Europa hooggebergten, middelgebergten, heuvelland en laagland voorkomen.
– Je begrijpt de relaties tussen reliëf en klimaat.


Uitleg
Aardrijkskunde
opdracht 1 t/m 8
opdracht 1 t/m 8 afmaken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

poster
– Je kent de ligging van klimaatgebieden in Europa.
– Je kent de kenmerken van het Cf-klimaat en het Cs-klimaat.
– Je weet waar in Europa hooggebergten, middelgebergten, heuvelland en laagland voorkomen.
– Je begrijpt de relaties tussen reliëf en klimaat.


Uitleg
Aardrijkskunde
opdracht 1 t/m 8
opdracht 1 t/m 8 afmaken

Slide 1 - Tekstslide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Vorige les
poster

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
– Je kent de ligging van klimaatgebieden in Europa.
– Je kent de kenmerken van het Cf-klimaat en het Cs-klimaat.
– Je weet waar in Europa hooggebergten, middelgebergten, heuvelland en laagland voorkomen.
– Je begrijpt de relaties tussen reliëf en klimaat.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaten
Er komen in Europa verschillende klimaten voor.

Van het vorig hoofdstuk ken je de eerste letters nog (A, B, C, D en E). Dit hoofdstuk leer je een aantal tweede letters.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steppegebied (Oekraïne)
BS = Droog (B), steppegebied (S)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West-Europa (Engeland)
Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middellands Zeegebied (Frankrijk)
Cs = Gematigd (C) met een droge zomer (s)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal-Europa (Polen)
D = landklimaat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alpen (Zwitserland)
EH = Koud (E) hooggebergten (H)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lapland (Noorwegen)
ET = Koude (E) toendra (T)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reliëf
Reliëf is een ander woord voor hoogteverschil.

Een heuvelachtig landschap heeft veel hoogteverschil

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogste punt van Europa:
Elbroes (RU)
Hoogste punt van Nederland:
Vaalserberg (LI)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reliëf in Nederland
Ook in Nederland is er sprake van reliëf.

Het zuidoosten en oosten van Nederland ligt boven zeeniveau. Een gedeelte van Nederland ligt eronder.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa: natuurkundig
In welke hoogtezone ligt Nederland?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed op klimaat
Reliëf houdt sterke windstromen tegen.

Welk effect heeft reliëf nog meer op het weer?
Denk aan de theorie van vorig hoofdstuk over neerslag.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? :-)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Open je Chromebook: 3.1

Maak nu opdracht: 1 t/m 8

Klaar? Maak het topografie Europa - werkblad

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies