AFP 3.2.16 Oncologie

Oncologie

AFP 3.2.16

1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Oncologie

AFP 3.2.16

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen deel 1
Aan het eind van de les kan je:
  • Benoemen wat de ontwikkeling van kanker inhoudt
  • De mutatie van een kankercel uitleggen
  • De begrippen benigne en maligne verklaren
  • De risicofactoren en 9 tekenen van gevaar benoemen
  • Benoemen wat benigne gezwellen zijn
  • Benoemen welke verschillende benigne gezwellen er zijn
  • De symptomen en verschijningsvormen benoemen



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen deel 2
Aan het eind van de les kan je:
  • Benoemen wat maligne gezwellen zijn
  • Verschil tussen solide en niet-solide kanker verklaren
  • De weg van klachten tot diagnose van kanker beschrijven
  • De onderzoeks- en behandelmogelijkheden benoemen
  • De verschillende kenmerken van de soorten maligne gezwellen noemen



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkeling van kanker

Slide 5 - Tekstslide

in het menselijk lichaam zitten miljarden kleine cellen. Deze cellen maken deel uit van verschillende organen en hebben allemaal een andere taak.
Cellen kunnen beschadigd raken, waardoor ze afsterven.
Dit gebeurt bi ons allemaal miljoenen keren per dag.
Ons lichaam moet deze dode cellen natuurlijk vervangen. Nieuwe cellen worden gevormd door een proces dat ‘celdeling’heet.
Als er te veel cellen beschadigd zijn, komt er een signaal dat er extra cellen moeten worden aangemaakt. Bij te veel cellen wordt deze aanmaak geremd. 
Bij kanker is DNA beschadigd en is dit signaal er niet

Kankercel
  1. DNA van enkele cellen is beschadigd
  2. Mutatie (gezonde cellen krijgen een signaal om te stoppen met celdeling, kankercellen niet)
  3. Cellen blijven zich delen, zonder remming
  4. Nieuwe kopieën van cellen hebben dezelfde beschadiging in DNA
  5. Ophoping van cellen = tumor

Slide 6 - Tekstslide

In het begin kan het lichaam de kankercellen nog opruimen, daarom zijn er nog geen klachten in het begin en daarom geen veranderde waarde in bloedbeeld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
  1. Leeftijd 
  2. Geërfd DNA 
  3. Infecties (bijv. HPV)
  4. UV-straling en ioniserende straling
  5. Kankerverwekkende chemicaliën
  6. Overgewicht

Slide 9 - Tekstslide

Leeftijd: (hoe meer celdelingen, hoe grotere kans op fouten)

Mensen die op jonge leefstijd radiotherapie hebben gekregen, krijgen later vaker kanker dan mensen die geen radiotherapie hebben ondergaan.


Stoffen: asbest, roken, alcohol

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 9 - alarmsignalen

1. Blijvende hoest, soms met ophoesten van bloed en slijm of heesheid
2. Slikproblemen
3. Moedervlekken die er afwijkend uitzien
4. Een schilferende plekje op de huid
5. Een knobbeltje ergens in het lichaam
6. Ongewoon vaginaal bloedverlies (vrouwen) of zaadbalklachten (mannen)
7. Problemen bij of veranderingen van de ontlasting
8. Problemen of veranderingen bij het plassen
9. Gewichtsverlies zonder aanleiding


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benigne en maligne
  •  Benigne
  • Maligne

Verschil benigne/maligne
  • Ingroei in omliggende weefsel: Maligne tumoren groeien door andere weefsels heen (=Infiltratieve of invasieve groei). Benigne tumoren drukken andere weefsels alleen opzij, maar groeien niet in
  • Verspreiding door het lichaam: Maligne tumoren kunnen uitzaaien (metastaseren) waardoor uitzaaiingen (metastasen) in andere delen van het lichaam kunnen ontstaan. Benigne tumoren verspreiden zich niet door de rest van het lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benigne

  • cellen tumor lijken op weefsel waaruit het is ontstaan
  • langzame groei
  • houden zich aan anatomische grenzen
  • meestal gemakkelijk te verwijderen
  • zaaien niet uit

Maligne

  • cellen tumor lijken niet meer op weefsel waaruit het is ontstaan
  • groeien vaak snel
  • houden zich niet aan anatomische grenzen
  • moeilijker te verwijderen door onzichtbare uitlopers
  • zaaien vaak uit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Theorie benigne gezwellen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke benigne aandoening wordt veroorzaakt door het HPV virus?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk benigne gezwel gaat uit van het bind- en klierweefsel?
A
Fibroadenoom
B
Hemangioom
C
Poliep
D
Myoom

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt een aardbeienvlek ook wel genoemd?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benigne gezwellen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benigne gezwellen
Fibroom
Lipoom
Verruca vulgaris
Mollusca contagiosa
Myoom
Hemangioom
Naevus
Fibroadenoom
Poliep

Slide 21 - Tekstslide

Waar heb je vragen over?

Evt PPT presentatie delen voor extra uitleg

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijderen van benigne tumoren

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie maligne gezwellen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maligne gezwellen

Slide 33 - Tekstslide

celdeling ongeremd, beschadiging in DNA
Een kankerpatiënt in de HAP
  • Inleven, empathisch zijn
  • Primaire en secundaire preventie
  •  Kanker vaststellen: punctie, biopt, bloed en beeldvormend onderzoek (röntgenfoto, MRI, PET, CT- scan)

Slide 34 - Tekstslide

primaire preventie: voorkomen dat ziekte ontstaan (stoppen met roken)

Secundaire preventie: ziekte zo vroeg mogelijk opsporen (BVO)
Vaste verdubbelingstijd

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken
  • anamnese/lichamelijk onderzoek
  • bloedonderzoek
  • radiologische onderzoek (röntgen/ct/mri/echo)
  • nuclaire onderzoek (PET scan/botscan)
  • biopt afnemen (PA-diagnose)


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Metastasen
Lymfogene metastase
Hematogene metastase
Cavitaire metastase 




Solide kanker: in een orgaan, vast. Bijv. borstkanker, darmkanker
Niet-solide kanker: in weefsels of cellen, vloeibaar/los. Bijv. leukemie, lymfeklierkanker

Slide 41 - Tekstslide

In lymfe
In bloed
In een holte

Slide 42 - Link

Plaats van uitzaaiingen 
Behandelingen bij kanker
  • Cytostatica (=chemo): remmen elke celdeling - veneus of oraal
  • Hormonen: tumorgroei afhankelijk van hormonen
  • Immunotherapie: afweer stimuleren 
  • Operatie
  • Radiotherapie (= bestraling)

Slide 43 - Tekstslide

Cytostatica: veel bijwerkingen, lange termijn vermoeidhied

Hormoonkanker: prostaat, baarmoeder, mamma carcinoom

Immunotherapie: Afweer te stimuleren die door cytostatica is aangetast
Eigen afweer van de patiënt te helpen bij het beschrijven van auto-immuunziekten en kanker

Chemotherapie

  • Behandeling van kanker met cytostatica
  • Cytostatica zijn cel deling remmende en celdodende medicijnen
  • Meestal via infuus, soms via tabletten of subcutaan
  • M.n. snel delende cellen worden getroffen > ook haarcellen, bloedcellen, slijmvliescellen, huidcellen
  • Monotherapie > meest combinatietherapie








Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen chemotherapie
  • problemen spijsvertering: misselijkheid/braken/diarree/obstipatie/stomatitis
  • dun of uitvallend haar
  • vermoeidheid
  • beenmergsupressie (tekort bloedcellen en bloedplaatjes)
  • invloed op vruchtbaarheid
  • huidveranderingen


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maligne aandoeningen
Inl. medische kennis H10

Slide 48 - Tekstslide

Bekijk zelf (nogmaals) deze vormen van kanker in je boek.

Zijn er nu vragen?
Bronchuscarcinoom (longkanker)

  • Epitheelweefsel in lagere luchtwegen
  • Oorzaak: actief of passief roken
  • Kriebelhoest en hemoptoë
  • Prognose slecht door snelle hematogene metastasering
  • OK/chemotherapie

Slide 49 - Tekstslide

Vroeg stadium: OK , soms chemotherapie
Mammacarcinoom
  • Klierweefsel in de mamma
  • Oorzaak onbekend of erfelijkheid (BRCA1/2 gen)
  • Pijnloze knobbel, ingetrokken tepel, vocht uit tepel
  • Snelle lymfogene metastasering 
  • OK, medicatie, bestraling en/of chemotherapie 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaatcarcinoom
  • Klierweefsel in prostaat
  • Onbekende oorzaak, hoge leeftijd /erfelijkheid is risico
  • PSA en weefselonderzoek (biopt)
  • Operatie > Incontinentie, bestraling of hormoontherapie

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endometriumcarcinoom
  • Binnenbekleding baarmoeder
  • Oorzaak onbekend, oestrogeen laat tumor sneller groeien
  • Abnormaal vaginaal bloedverlies; vooral na overgang
  • Curretage 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cervixcarcinoom
  • Baarmoederhalskanker
  • HPV - door coïtus
  • Hoe lager leeftijd van besmetting, hoe groter de kans
  • BVO
  • Abnormaal bloedverlies of contactbloedingen 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Colon- en rectumcarcinoom
  • Klierepitheelweefsel dikke darm en endeldarm
  • Poliep is soms voorstadium 
  • Oorzaak: voedsel (dierlijk vet) of erfelijkheid
  • BVO
  • Veranderde defecatiepatroon, bloedverlies of loze aandang
  • OK > stoma

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melanoom en basalioom
Melanoom
  • Pigmentcellen van de huid
  • UV stralen
  • Verdikkingen of verkleuringen op de huid (zwart/bruin) met klachten (jeuk, bloedverlies, tintelingen)
  • Uitzaaien via omliggende huid of bloed/lymfe > slechte prognose
  • PA onderzoek voor diagnose
Basalioom (basale- celcarcinoom)
  • Epitheelcellen van de huid
  • In het gezicht
  • Groeit in de diepte, maar kan niet uitzaaien

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagcarcinoom
  •  Klierepitheelcellen in de maag
  • Helicobacter pylori > maagzweer
  • 'Stille vorm', op den duur eetlust minder en afvallen (dan vaak al uitgezaaid)
  • Slechte prognose

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaadaardige ziekten bloed & afweersysteem

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leukemie
  • Kanker van de leukocyten (lymfocyten)
  • Oorzaak onbekend
  • AML = acute myeloïde leukemie / ALL = acute lymfatische leukemie
  •  Chronisch = CML  en CLL  (C staat voor chronisch) > volwassenen

Slide 58 - Tekstslide

myeloide leukemie is ernstiger dan lymfatische leukemie, omdat beenmerg in de verdrukking komt en hierdoor weinig gezonde witte bloedcellen worden aangemaakt = infectiekans
Leukemie 
  • Bloedkanker
  • Veel bij kinderen
  • Lymfatisch weefsel: beenmerg, lymfeklieren en milt
  • Moe, bloedarmoede, blauwe plekken en gezwollen lymfeklieren
  • Chemotherapie en beenmergtransplantatie 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten
  • Moe, bleek, bloedingen, infecties, vergrote lymfeklieren
  • Acute vorm = klachten in enkele weken
  • Chronische vorm = klachten na enkele jaren

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lymfoom
  • Vormen van kanker in het lymfestelsel (kwaadaardige ziekte van lymfocyten)
  • Kan tot uiting komen in lymfeklier maar ook elders in lichaam (bijv. milt, lever, beenmerg)
  • Verspreiden via bloed of lymfe

Slide 61 - Tekstslide

Bijv in:  lymfeklier, milt, lever, beenmerg, darmwand en amandelen 
Ziekte van Hodgkin
  • Kanker van de lymfocyten (lymfklierkanker)
  • Vergrote lymfeklier in hals, moe, koorts, nachtzweten, jeuk en gewichtsverlies, infecties
  • Oorzaak onbekend, mogelijk verband met het Epstein-Barr virus
  • Biopt: zeer kenmerkende cellen = Hodgkin cellen

Slide 62 - Tekstslide

virus van pfeiffer
Non-hodgkin lymfomen
  •  Verzamelbegrip voor alle lymfomen die niet Hodgkin zijn
  • Lymfklierkanker
  • Rustige en agressieve variant, slechtere prognose t.o.v. Hodgkin
  • Moe, jeuk
  • Alle leeftijden (vaakst bij ouderen)

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Link

Deze slide heeft geen instructies