Paragaaf 4.1 De start van een eigen bedrijf (HAVO 3)

Paragaaf 4.1 De start van een eigen bedrijf 
LH3a
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragaaf 4.1 De start van een eigen bedrijf 
LH3a

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik 3.2
- Start met 4.1
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken! 
- Lees paragaaf 3.2 door en maak de opdrachten 3 T/M 8.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een overeenkomst en een verschil tussen eenmanszaak en een VOF?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil en een overeenkomst tussen een BV en een NV?

Slide 5 - Open vraag

Welke financiën komen er allemaal kijken bij het oprichten van een onderneming? Hoe richten ondernemingen dit in?

Slide 6 - Woordweb

Leerdoelen paragaaf 4.1
- Je kunt een investeringsbegroting, resultatenbegroting en een financieringsplan opstellen en berekenen.
- Je kunt het verschil tussen een investeringsbegroting, resultatenbegroting en financieringsplan uitleggen. 


Slide 7 - Tekstslide

Welke onderdelen worden opgenomen op een investeringsbegroting? Waarom?

Slide 8 - Woordweb

Investeringsbegroting
- Inschatting van hoeveelheid geld om een onderneming te starten
- Inventaris, voorraad, banksaldo, geld in de kassa
- Totaal vermogen om te investeren 

Slide 9 - Tekstslide

Investeringsbegroting shoarmazaak

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel is er totaal aan vermogen nodig volgens Abdullah? Wat zijn voorbeelden van de twee grootste investeringen?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

BTW
- Belasting over de toegevoegde waarde
- Belastingtarieven
- Draag je af aan de belastingdienst 
- Gaat van de omzet af, bij een resultatenbegroting!

Slide 13 - Tekstslide

Resultatenbegroting

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kun je de brutowinst bepalen? Hoe kun je de nettowinst of verlies bepalen?

Slide 15 - Open vraag

Financieringsplan
- Gebaseerd op investeringsbegroting en resultatenbegroting
- Bank wilt een lening aanbieden
- Financiering rond krijgen
- Eigen vermogen + vreemd vermogen = totaal benodigd vermogen/financieringsbehoefte

Slide 16 - Tekstslide

Financieringsbehoefte

Slide 17 - Tekstslide

Welke deel van het totaal vermogen bestaat uit eigen vermogen? En vreemd vermogen? Kan deze verhouding veranderen?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 4.1 door en maak de opdrachten 3 T/M 13.

Ben je eerder klaar of heb je vragen? Steek je vinger op. 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen paragaaf 4.1
- Je kunt een investeringsbegroting, resultatenbegroting en een financieringsplan opstellen en berekenen.
- Je kunt het verschil tussen een investeringsbegroting, resultatenbegroting en financieringsplan uitleggen. 


Slide 20 - Tekstslide

 Terugblik en afsluiting! 
- Terugblik 3.2
-  Aan de slag met 4.1? Hoe?
- Volgende les
- Vragen en opmerkingen? 

Slide 21 - Tekstslide