Druktechnieken
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Klopt de volgende stelling:
Een laser-printer maakt gebruik van inkt!
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Een laser-printer maakt gebruik van . . .
A
inkt
B
toner
C
acryl
D
latex
Slide 5 - Quizvraag
Een laser-printer maakt met behulp van belichting een beeld op het statische oppervlakte van de drum
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Het statische oppervlakte (negatief) van
de drum stoot de toner af . . .
A
Ja, want de toner is negatief
B
Ja, want de toner is positief
C
Nee, want de toner is positief
D
Nee, want de toner is negatief
Slide 7 - Quizvraag
De toner wordt met lijm op het papier aangebracht?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet het ding in de printer
die de toner verwarmt zodat de toner versmelt aan het papier?
A
De Föhn
B
De Soldeerbout
C
De Fuser
D
De Oven
Slide 9 - Quizvraag
A
