Spelling: Bijvoeglijk naamwoord

Welkom 2H
               Spelling

    Cursus 7

§11 Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
Voordat we beginnen:
Inloggen op LessonUp

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2H
               Spelling

    Cursus 7

§11 Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
Voordat we beginnen:
Inloggen op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling ... wat weet je nog?
                    Spelling

    Cursus 7

Slide 2 - Tekstslide


In de grote achtertuin (gonzen) de grote hommel langs de bloeiende lavendel.

A
gonst
B
gonste
C
gonsd
D
gonsde

Slide 3 - Quizvraag


De bezorger van de supermarkt (laden) altijd zelf zijn bestellingen in.
A
laat
B
laad
C
laadt
D
lead

Slide 4 - Quizvraag


Maartje (bieden) tijdens een veiling op een antieke kast. (pvvt)
A
bied
B
biedt
C
bood
D
boot

Slide 5 - Quizvraag


De bloemist (beantwoorden) de vraag van de klant. (pvvt)

A
beantwoord
B
beantwoorde
C
beantwoordde
D
beantwoorden

Slide 6 - Quizvraag


Van de dokter kreeg ik een zalfje om op mijn huiduitslag te smeren.
.
A
pvtt
B
pvvt
C
inf
D
vd

Slide 7 - Quizvraag


Van de dokter kreeg ik een zalfje om op mijn huiduitslag te smeren.
.


A
pvtt
B
pvvt
C
inf
D
vd

Slide 8 - Quizvraag


Timo is afgelopen winter schaatsend van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan 
.


A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 9 - Quizvraag


Timo is afgelopen winter schaatsend van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan 
.


A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 10 - Quizvraag


Timo is afgelopen winter schaatsend van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan 
.


A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 11 - Quizvraag

Jacco (verhuizen) zijn konijnen met hok en al naar de schuur; zo (beschermen) hij ze tegen de kou. Dat (herhalen) hij elke winter. (tt)

Slide 12 - Open vraag

Mijn tante (vinden) vruchtensap vaak te zoet, maar verse ananassap (beoordelen) ze vaak met: ‘Mmm, lekker!’
Colin (verkondigen) na het weekend altijd sterke verhalen, maar hij had nog nooit zo’n goed verhaal als Brechtje gisteren heeft (vertellen).

Slide 13 - Open vraag

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel

Slide 14 - Quizvraag


Het huis is afgebrand.
Het             huis?
Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
A
afgebrandt
B
afgebrand
C
afgebrandde
D
afgebrande

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer het voltooid deelwoord op –en eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.

Slide 16 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Voorbeelden: 


Ik heb de foto's vergroot   (voltooid deelwoord ) 

De vergrote foto's  (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord ) 


Ik heb koffie gezet (voltooid deelwoord)

De gezette koffie (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord)

Slide 17 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 18 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) De ... broek
A
verknipte
B
verknipten
C
verkniptte
D
verknipt

Slide 19 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(vergeten) De ... groente
A
vergeette
B
vergeten
C
vergeet
D
vergete

Slide 20 - Quizvraag

Voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

De hond werd UITGELATEN.
A
voltooid deelwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
geen van beiden

Slide 21 - Quizvraag