Grammatica leerjaar 1 MHV: werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Nederlands

Thema 3 - Grammatica



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Thema 3 - Grammatica



Slide 1 - Tekstslide


Lesdoel

Na deze les weten jullie wat het werkwoordelijk gezegde (WG) is en hoe je het kunt vinden.

VWO-leerlingen weten ook wat het naamwoordelijk gezegde (NG) is.

Grammatica - zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide


Deze les 

Grammatica - zinsontleden 
  • Werkwoordelijk gezegde (wg)
  • Naamwoordelijk gezegde (ng) -> VWO
  • Afsluitende quiz

Grammatica - zinsdelen

Slide 3 - Tekstslide


Zinsontleden stap voor stap

  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde

Grammatica - zinsdelen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je de
persoonsvorm?

Slide 5 - Woordweb


Zinsontleden stap voor stap








Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre klagen al weken over de lockdown.

1. PV =
2. Strepen zetten
3. OW = 

Slide 6 - Tekstslide


Zinsontleden stap voor stap








Grammatica - zinsdelen
Joey en Emre  | klagen | al weken | over de lockdown.

1. PV = klagen
2. Strepen zetten
3. OW = Joey en Emre
4. WG = ??

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


M/H gaat aan de slag!










Grammatica - zinsdelen
MAVO -> H3 

HAVO -> H3

VWO -> Instructie naamwoordelijk gezegde

Vragen? Zet ze in de chat! Om 11:45 uur afsluitende quiz!

Slide 9 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde

  • zegt wat het onderwerp is
  • bestaat uit een naamwoordelijk en een werkwoordelijk deel
  • bevat altijd een koppelwerkwoord

Grammatica - zinsdelen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Naamwoordelijk gezegde

Grammatica - zinsdelen
 
  • Zit er een koppelwerkwoord in de zin? 
  • Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijken, blijven, lijken, schijnen (heten, dunken, voorkomen)
  • Ga na of het onderwerp iets is (ng) of iets doet (wg)
  • Wat + pv + ow + overige werkwoorden? = nw deel
  • NG = pv + [nw deel] + overige werkwoorden


Slide 12 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Voor haar leeftijd blijft Demy vrij klein.

Koppelwerkwoord? -> Ja
Is of doet het onderwerp iets? -> is iets
Dus? -> NG

PV = blijft
OW = Demy
Wat + pv + ow + overige ww -> Wat blijft Demy? -> [vrij klein]
NG = blijft [vrij klein]




Slide 13 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Aan het eind van groep 8 bleek de Cito-toets behoorlijk pittig voor Tommy.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG/NG = 

Slide 14 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Aan het eind van groep 8 | bleek | de Cito-toets | behoorlijk pittig | voor Tommy.

1. PV = bleek
2. Strepen zetten
3. OW = de Cito-toets
4. WG/NG? NG = bleek [behoorlijk pittig]

Slide 15 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
De voetbalplaatjes van Albert Heijn zijn bij kinderen een groot succes.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG/NG? 

Slide 16 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
De voetbalplaatjes van Albert Heijn | zijn | bij kinderen | een groot succes.

1. PV = zijn
2. Strepen zetten
3. OW = De voetbalplaatjes van Albert Heijn
4. WG/NG? NG = zijn [een groot succes]

Slide 17 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Maaike en Terrence zijn al drie jaar enorm verliefd.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG/NG? 

Slide 18 - Tekstslide


Naamwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Maaike en Terrence | zijn | al drie jaar | enorm verliefd.

1. PV = zijn
2. Strepen zetten
3. OW = Maaike en Terrence
4. WG/NG? NG = zijn [enorm verliefd]

Slide 19 - Tekstslide


Opdracht








Grammatica - zinsdelen

- Noteer van iedere zin het gezegde 
- Geef ook aan of het NG of WG is.

1. Marc dacht na over zijn toekomst.
2. Overmorgen zijn John en Mike te gast bij Koffietijd.
3. Olivia was haar huiswerk vergeten.
4. Na de examenuitslag was Ryan enorm teleurgesteld.
5. Wie is de beste voetballer ter wereld?
6. Wij gaan dit weekend met de hele klas kamperen.
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Grammatica - zinsdelen
1. Marc dacht na over zijn toekomst. 
WG -> Dacht na
2. Overmorgen zijn John en Mike te gast bij Koffietijd.
NG -> zijn [te gast]
3. Olivia was haar huiswerk vergeten.
WG -> was vergeten
4. Na de examenuitslag was Ryan enorm teleurgesteld.
NG -> was [enorm teleurgesteld]
5. Wie is de beste voetballer ter wereld?
NG -> is [de beste voetballer ter wereld]
6. Wij gaan dit weekend met de hele klas kamperen.
WG -> gaan kamperen

Slide 21 - Tekstslide

Grammatica - zinsdelen
QUIZ 

Slide 22 - Tekstslide