Hoofdletters les 1

Hoofdletters
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruiken
we een hoofdletter?

Slide 2 - Woordweb

Hoofdletters
  •  aan het begin van de zin -> Het is vandaag zonnig.
  • bij eigennamen -> Amber de Groot
  • feestdagen of historische gebeurtenissen -> Tweede Wereldoorlog
  • aan het begin van een citaat -> De docent riep: 'Start met stillezen.'

Slide 3 - Tekstslide

Begin van een zin

  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 4 - Tekstslide

Begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 5 - Tekstslide

Namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter, maar wel als de voornamen erbij staan.
  • fam. Berkmans
  • Bert van den Brink, let op: meneer Van Den Brink

Slide 6 - Tekstslide

Organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone, iPod, eBay

Slide 7 - Tekstslide

Aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren, enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Eindhoven
  • Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk hoofdletters en punten te schrijven?

Slide 11 - Open vraag

Wat is goed geschreven?
A
ronell Langston Plasschaert
B
Ronell langston Plasschaert
C
Ronell Langston Plasschaert
D
Ronell Langston plasschaert

Slide 12 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
belgische gerechten
B
belgische Gerechten
C
Belgische Gerechten
D
Belgische gerechten

Slide 13 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren

Slide 14 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
kerstmis
B
december
C
kerstviering
D
kerstboom

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
winkel
B
supermarkt
C
lidl
D
aanbieding

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord schrijf je NIET met een hoofdletter?
A
gelredome
B
arena
C
kuip
D
stadion

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Noord-Brabant
B
noord-brabant
C
Noord-brabant
D
noord-Brabant

Slide 21 - Quizvraag

Hoe schrijf ik jordi van den berg?
A
Jordi Van Den Berg
B
jordi van den Berg
C
Jordi van den Berg
D
jordi van den berg

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
mevrouw van Smeden geeft les.
B
Mevrouw Van Smeden geeft les.
C
Mevrouw van smeden geeft les.
D
mevrouw van smeden geeft les.

Slide 23 - Quizvraag