LJ1: 5.4 Grammar / LJ2: 5.4 Vocabulary + Phrases

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: 5 Sports, lesson 4
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ1: Pak je boek van Engels en open deze op blz 80.

LJ2: Pak je boek van Engels en open deze op blz. 82. Je maakt zelfstandig opdracht 51, 52, 56 en 57 op blz. 82 t/m 86.

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel

Aan het einde van de les:

- kun je de grammar over adverbs toepassen

- kun je de grammar over 's or s' toepassen

Leergebiedoverstijgende doel:

Plannen en organiseren

- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren

- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Krystian, Jessica, Gijs, Jochem, Jamie.

Jullie kunnen zelfstandig aan de slag met opdracht 47 t/m 51 op blz 80 t/m 82.

De rest doet mee met de mini-check!

Choose the correct sentence:

1. I never am wrong, I am right always
2. I am never wrong, I am always right
3. I am never wrong, I always am right
4. Never I am wrong, I always am right

fill in 's, ', or ... of ...
_________(that athlete / jumps) were amazing!

1. that athletes jumps'
2. that jumps of the athlete
3. that athlete's jumps
4. that athlete' jumps's

fill in 's, s', ....of.....
(hill/top)

The landmark is on the______________ .

1. The landmark is on the hill's top.
2. The landmark is on the top's hill.
3. The landmark is on the top of the hill.

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed?

Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 47 t/m 51 op blz 80 t/m 82

Adverbs of frequency

(bijwoorden van frequentie)

Show us how often something happens

never

rarely

sometimes

usually

often

always

nooit

zelden

soms

gewoonlijk

vaak

altijd

Adverbs of frequency

Place the adverb BEFORE the verb (werkwoord)

                                         

I practice twice a week.  (always)

I always practice twice a week.

Jamie watches horror films.  (never)

Jamie never watches horror films.

Adverbs of frequency

Is the verb am/are/is?  Then place the adverb AFTER the verb 

                                         

I am in time for school.  (always)

I am always in time for school.

Dogs are very friendly. (usually)

Dogs are usually very friendly.

5. Begeleide inoefening

Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 47 en 50.

6. Zelfstandig werken

LJ1: Je maakt zelfstandig opdracht 47 t/m 51 op blz. 80 t/m 82

LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 51, 52, 56 en 57 op blz. 82 t/m 86

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je de woordjes van 5.4 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

7. Evaluatie/Evaluation 

How was this lesson?

Do you have any questions about this lesson?

- kun je de grammar over adverbs toepassen?

- kun je de grammar over 's or s' toepassen?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Dinsdag 30 mei

5.4 exercise 47 t/m 51

Huiswerk LJ2: 

Dinsdag 30 mei

5.4 exercise 51, 52, 56 en 57

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?