leidinggeven hoofdstuk 7

Vragen hoofdstuk 7
Motivatie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragen hoofdstuk 7
Motivatie

Slide 1 - Tekstslide

Uit de praktijk!
1. Hoe kan Johan voldoen aan de behoefte aan sociale acceptatie van zijn
medewerkers?

Slide 2 - Open vraag

2. Johan weet dat het salaris van de medewerkers goed is, omdat hun salaris
marktconform is.
Leg uit of een goed salaris bijdraagt aan de motivatie van de medewerkers volgens
de motivator-hygiënetheorie

Slide 3 - Open vraag

Sarina, een medewerker van Johan, vindt dat haar salaris te laag is. In haar vorige
baan verdiende ze veel meer. Sarina is daardoor gedemotiveerd. Johan merkt dit
op en besluit daarom Sarina een dure cursus aan te bieden.
Waarom is de kans groot dat Sarina dan nog steeds gedemotiveerd blijft? Leg uit.

Slide 4 - Open vraag

Hoe kan Johan strokes gebruiken om te voldoen aan de behoefte aan waardering
van zijn medewerkers?

Slide 5 - Open vraag

Ter controle...

Slide 6 - Tekstslide

wat is een intrinsieke motivatie?
A
geld
B
leaseauto
C
willen leren
D
mooie laptop

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een extrinsieke motivatie?
A
meer salaris
B
plezier in je werk
C
voldaan gevoel

Slide 8 - Quizvraag

Wat valt onder de fysiologische behoeften volgens Maslow?
A
sociale acceptatie
B
eten en drinken
C
zelfontplooiing
D
deskundigheid

Slide 9 - Quizvraag

Wat valt onder de sociale acceptatie volgens de pyramide van Maslow?
A
deel uitmaken van een groep
B
persoonlijke ontwikkeling en groei
C
stabiliteit en structuur
D
dak boven je hoofd

Slide 10 - Quizvraag

Waar is de motivatiesterkte van afhankelijk?
A
verwachting
B
instrumentaliteit
C
valentie
D
a, b en c zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een satisfier?
A
werkomstandigheden
B
salaris
C
relatie met leidinggevende
D
erkenning

Slide 12 - Quizvraag

Je gaat je taken uitbreiden met taken van hetzelfde niveau, dit is een voorbeeld van:
A
taakverrijking
B
taakverbreding
C
taakroulatie
D
job rotation

Slide 13 - Quizvraag

Welke 3 strokes zijn er?
A
positief
B
negatief
C
neutraal
D
a, b en c zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

wat is motivatie?

Slide 15 - Open vraag

Bianca heeft een bijbaantje als schoonmaakster. Zij is gemotiveerd om haar werk
goed uit te voeren: met het geld betaalt ze haar studie.
Is hier sprake van een intrinsieke of een extrinsieke motivatie? Leg uit

Slide 16 - Open vraag

Maslow ontwikkelde een theorie over de behoeften van ieder mens. Geef voor de
volgende situaties aan wat de behoefte van de medewerker is volgens de
piramide en hoe je als leidinggevende op deze behoefte kunt inspelen.
a. Sander heeft een tijdelijk contract dat over twee maanden afloopt. Hij heeft al
een aantal keren aangegeven dat hij graag wil blijven

Slide 17 - Open vraag

Helen werkt al een lange tijd als verkoopster op de afdeling Buitensport. Zij
wil graag meer verantwoordelijkheden oppakken en uiteindelijk doorgroeien
naar een andere functie.

Slide 18 - Open vraag

Uit een functioneringsgesprek met een van je medewerkers blijkt dat ze de
afdeling waarop ze werkt, niet zo leuk vindt. Ze overweegt om van baan te
veranderen. Als je doorvraagt, vertelt ze dat ze haar werk leuk vindt, maar dat
ze niet zo’n goed contact heeft met haar collega’s. Die zijn veel ouder dan zij
en ze vindt hierdoor geen aansluiting

Slide 19 - Open vraag

Frans heeft een groothandel in banden. Twee collega’s aan wie Frank
leidinggeeft, werken sinds enkele weken twee avonden per week over om een
project af te maken.
Frans is erg tevreden over de inzet en motivatie van beide medewerkers en hij
wil hen dan ook graag belonen voor hun inzet. Eén van deze medewerkers heeft
al eens aangegeven dat hij ruimte heeft om andere taken op zich te nemen. De
ander heeft wel eens laten vallen dat hij zich graag verder wil ontwikkelen.
Noem drie passende manieren waarop leidinggevende Frans zijn medewerkers
kan belonen.

Slide 20 - Open vraag

Martine werkt in een drukkerij. Ze merkt dat door ziekte van een collega de
planning niet kan worden gehaald, tenzij er medewerkers overwerken. Martine
vraagt aan twee medewerkers om de hele week over te werken.
Wat doet dit met het saldo op haar emotionele bankrekening? Leg uit.

Slide 21 - Open vraag

Joan wil graag dat één van haar medewerkers overwerkt. Ze wijst die
medewerker erop dat alle anderen ook overwerken.
Welke strategie van Cialdini gebruikt Joan? Leg uit.

Slide 22 - Open vraag

In welke van de volgende situaties is sprake van een dissatisfier?
Geef alle juiste antwoorden.
A Maartje wordt regelmatig geprezen door Merijn omdat ze haar werk goed
doet.
B Tess vindt haar werk heel leuk, maar over haar salaris is ze niet erg tevreden.
C Het kantoor van Fleur is een klein donker hok zonder ramen.
D Doris doet haar werk goed, ze krijgt steeds meer verantwoordelijkheden.
E Anne wil graag meer verantwoordelijkheden en denkt dat ze die ook aankan,
maar ze krijgt ze niet.

Slide 23 - Open vraag