3.3 Planten

3.3 planten
Thema 3 Ordening
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 planten
Thema 3 Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Waar liggen de chromosomen in bacteriën?
A
Los in het cytoplasma
B
In organellen
C
In de celkern
D
In het celmembraan

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel bacteriën ontstaan er na 1 uur als een bacterie zich elke 30 minuten deelt?
A
2
B
8
C
16
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn schimmeldraden?
A
Eencellige organismen
B
Dunne draden die uit meerdere cellen bestaan
C
Wortels van de schimmels
D
Gisten

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vindt celdeling plaats bij gistcellen?
A
Door bevruchting
B
Door knopvorming
C
Door vorming van sporen
D
Door deling in twee gelijke delen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe planten meercellige schimmels zich voort?
A
Door middel van stekken
B
Door middel van zaden
C
Door middel van knollen
D
Door middel van sporen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je organismen die dode resten afbreken?
A
Parasieten
B
Predatoren
C
Reducenten
D
Producers

Slide 8 - Quizvraag

Welke micro-organismen worden gebruikt in de productie van geneesmiddelen, voedingsstoffen, hormonen en wasmiddel?
A
Virussen
B
Algen
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 9 - Quizvraag

Begrippen 3.2
  • Antibioticum
  • Paddenstoel
  • Reducent
  • Schimmeldraden
  • Spore
  • Voedselbederf
  • Ziekteverwekker

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en manier van voortplanten.

Slide 11 - Tekstslide

Organismen indelen

Een rijk bestaat uit heel veel organismen.
Daarom worden de rijken verder ingedeeld in groepen.
Om de planten te ordenen, wordt naar de manier van voortplanting gekeken.
Het rijk van de planten wordt ingedeeld in drie groepen:
  • Wieren (algen)
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Slide 12 - Tekstslide

Wieren (algen)
  • Wieren kunnen eencellig of meercellig zijn. 
  • Wieren worden ook wel algen genoemd.
  • Wieren hebben geen wortels, vaten, stengels, bladeren en bloemen.
  • Wieren leven meestal in een vochtige omgeving, hierdoor hebben ze geen wortels nodig om water op te nemen.
  • Eencellige wieren planten zich voort door deling.
  • Meercellige wierden planten zich voort met sporen.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe worden wieren ook wel genoemd?
A
Algen
B
Mossen
C
Schimmels
D
Zeeplanten

Slide 14 - Quizvraag

Sporenplanten
  • Sporenplanten hebben wortels, stengels en bladeren.
  • Ze planten zich niet voort door bloemen, maar door sporen.
  • De sporen van mossen ontstaan in sporendoosjes.
  • De sporen van varens ontstaan in sporenhoopjes.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe planten sporenplanten zich voort?
A
Door sporen
B
Door bloemen
C
Door vruchten
D
Door zaden

Slide 16 - Quizvraag

Zaadplanten
  • Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden.
  • Zaden ontstaan in bloemen of in kegels.
  • Zaadplanten deel je in, in bedektzadigen en naaktzadigen.
  • Bedektzadige planten vormen bloemen. De zaden liggen in vruchten.
  • Bij naaktzadigen planten liggen de zaden onbedekt. tussen de schubben van een kegel.

Slide 17 - Tekstslide

Waar ontstaan de zaden van bedektzadige planten?
A
In vruchten
B
Tussen schubben
C
In kegels
D
In sporendoosjes

Slide 18 - Quizvraag

Waar ontstaan de sporen van mossen?
A
In kegels
B
In sporendoosjes
C
In zaden
D
In bloemen

Slide 19 - Quizvraag

Begrippen 3.3
  • Sporenplant
  • Zaadplant

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en manier van voortplanten.

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 3.3: 1, 2 en 4
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 3.3
Veel goed? -> Maken 7+ online extra  3.3

 

timer
25:00

Slide 22 - Tekstslide