HBG 3 23 april

adverbs of frequency, bij welke tijd gebruiken we deze bijwoorden?
A
present perfect
B
present continous
C
present simple
D
past simple
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

adverbs of frequency, bij welke tijd gebruiken we deze bijwoorden?
A
present perfect
B
present continous
C
present simple
D
past simple

Slide 1 - Quizvraag

Waar in de zin moet always staan:
She doesn't do her homework.

Slide 2 - Open vraag

Put the words in the correct order, use the correct form of the verb :
TV - usually - not - he - watch - Monday - on.

Slide 3 - Open vraag

Put the words in the correct order, use the correct form of the verb :
sometimes - she - to - cinema - with - sister - the - go - her - ?

Slide 4 - Open vraag

Put the words in the correct order, use the correct form of the verb :
often - the - have - sand - its - cat - tail - in.

Slide 5 - Open vraag

Translate in Dutch:
The cat often has sand in its tail.

Slide 6 - Open vraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 7 - Sleepvraag

Put the words in the correct order.
does
he
always
go
to bed
at six?

Slide 8 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 9 - Sleepvraag

Put the words in the correct order.
she
often
listens
to
Hank's
music

Slide 10 - Sleepvraag

singular - plural

Slide 11 - Tekstslide

It gebruik je voor een ......noun
A
singular
B
plural

Slide 12 - Quizvraag

Choose 2 answers:
MANY =
A
singular
B
plural
C
uncountable
D
countable

Slide 13 - Quizvraag

Choose 2 answers:
MUCH =
A
singular
B
plural
C
uncountable
D
countable

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Welke meervoudsvorm klopt niet?
A
fish - fish
B
deer-deer
C
sheep - sheeps
D
kiwi - kiwis

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
goose - tooth - foot

Slide 17 - Open vraag

noun + 's 
noun + s
noun + es
How do you make the plural of a NOUN?

Slide 18 - Sleepvraag

plural blijft hetzelfde
plural +ves
plural heeft eigen vorm
calf
fish
deer
half
thief
mouse
foot
woman
species

Slide 19 - Sleepvraag

Time for...

Slide 20 - Tekstslide